Voorgloeisysteem (dieselmotor)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 32.
knippert - er is een storing in de motorregeling. Het systeem biedt de mo-
gelijkheid voor het rijden in een noodprogramma - er kan een merkbaar vermo-
gensverlies ontstaan.
Als het controlelampje
na het inschakelen van het contact niet of continu
brandt, is er een storing in het voorgloeisysteem aanwezig.
▶
De hulp van een specialist inroepen.
Controle van de motorelektronica (benzinemotor)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 32.
brandt - er is een storing in de motorregeling. Het systeem biedt de moge-
lijkheid voor het rijden in een noodprogramma - er kan een merkbaar vermo-
gensverlies ontstaan.
▶
De hulp van een specialist inroepen.
Veiligheidssystemen
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 32.
Systeemstoring
brandt - er is een storing in het airbagsysteem.
Storing: airbag
STORING AIRBAG
▶
De hulp van een specialist inroepen.
De bijrijdersvoorairbag is met de sleutelschakelaar buiten werking gesteld
brandt na het inschakelen van het contact 4 seconden.
Een van de airbags of gordelspanners is met het diagnose-apparaat buiten
werking gesteld
brandt na het inschakelen van het contact 4 seconden en knippert vervol-
gens nog 12 seconden.
Airbag/ gordelspanner uitgeschakeld.
AIRBAG/ GORDELSPANNER UIT
Proactieve inzittendenbescherming
brandt en op het display in het instrumentenpaneel wordt een van de vol-
gende meldingen weergegeven.
Proactieve inzittendenbescherming niet beschikbaar.
PROACTIVE INZITTEN_ BESCHERM_ NIET BESCHIKBAAR
of
Proactieve inzittendenbescherming: beperkte werking.
PROACTIVE INZITTEN_ BESCHERMING BEPERKT
De veiligheidsgordel voor de bestuurder en de bijrijder moet worden vervan-
gen.
▶
De hulp van een specialist inroepen.
ATTENTIE
Bij een storing van de veiligheidssystemen bestaat het gevaar dat de sys-
temen bij een ongeval niet worden geactiveerd. Deze moeten direct door
een specialist worden gecontroleerd.
Bandenspanning
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 32.
Wijziging van de bandenspanning
brandt - bij een van de banden kan de bandenspanning veranderd zijn.
Als waarschuwing klinkt bovendien een akoestisch signaal.
▶
Meteen de snelheid verlagen en heftige stuur- en remmanoeuvres voorko-
men.
▶
De wagen stoppen, het contact uitschakelen en de banden en de banden-
spanningen controleren
» pag.
▶
De bandenspanning zo nodig corrigeren of het betreffende wiel vervangen
» pag. 202
resp. de bandenafdichtset gebruiken
▶
De bandenspanningswaarden in het systeem opslaan
Systeemstoring
knippert circa 1 minuut en brandt verder - er kan een storing in het systeem
voor bandenspanningscontrole zijn.
▶
De wagen stoppen, het contact uitschakelen en de motor weer starten.
Als het controlelampje
na het starten van de motor weer knippert, is er een
systeemstoring.
197.
» pag.
205.
» pag.
170.
Instrumenten en controlelampjes
35