›
Het opbergvak aan de bijrijderszijde openen.
›
De sleutelbaard volledig uitklappen
tel eruit nemen.
›
De sleutel voorzichtig tot de aanslag in de sleuf van de sleutelschakelaar
schuiven.
›
Met de sleutel de sleuf van de sleutelschakelaar voorzichtig in de stand
draaien.
›
De sleutel uit de sleuf in de sleutelschakelaar trekken
›
Het opbergvak aan bijrijderszijde sluiten.
›
Controleren of na het inschakelen van het contact het controlelampje
brandt.
ATTENTIE
De sleutel tijdens het rijden niet in de sleutelschakelaar gestoken laten
■
zitten. Door trillingen kan de sleutel de sleuf verdraaien en de airbag in pa-
raatheid brengen! De airbag kan dan bij een ongeval onverwacht geacti-
veerd worden - gevaar voor verwondingen en levensgevaar!
De bestuurder is verantwoordelijk voor het buiten werking stellen of in
■
paraatheid brengen van de airbag.
De airbag alleen bij afgezet contact buiten werking stellen! Anders kunt u
■
een storing in het systeem voor het buiten werking stellen van de airbag
veroorzaken.
Als de controlelampjes
■
airbag bij een ongeval niet geactiveerd! Het airbagsysteem zo snel mogelijk
door een specialist laten controleren.
VOORZICHTIG
Een onvoldoende uitgeklapte sleutelbaard kan de sleutelschakelaar beschadi-
gen!
»
. Bij een KESSY-sleutel de noodsleu-
»
.
knipperen, dan wordt de bijrijdersvoor-
Veilig vervoer van kinderen
Kinderzitje
Inleiding voor het onderwerp
Om het gevaar van verwondingen bij een ongeval te verkleinen, is het vervoe-
ren van kinderen uitsluitend toegestaan in kinderzitjes!
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel
Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel
Kinderzitjes en de zij-airbag
Groepenindeling van kinderzitjes
Gebruik van kinderzitjes die met een veiligheidsgordel worden bevestigd
Bij de inbouw en het gebruik van kinderzitjes de aanwijzingen in dit instructie-
boekje en in de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje in acht nemen.
Wij adviseren u om veiligheidsredenen, kinderen altijd op de achterbank mee
te nemen. Kinderen alleen in uitzonderingsgevallen op de bijrijdersstoel ver-
voeren.
Er moeten kinderzitjes volgens de ECE-R 44-norm van de Europese Unie wor-
den gebruikt.
De kinderzitjes die aan de ECE-R 44-norm voldoen, zijn voorzien van een niet
verwijderbaar keurmerk: grote E in een cirkel, daaronder het keuringsnummer.
ATTENTIE
In geen geval mogen kinderen - ook geen baby's! - op schoot worden
■
meegenomen.
Bij het verlaten van de wagen de kinderen nooit zonder toezicht in de
■
wagen achterlaten. Ze zouden bij een noodgeval mogelijkerwijze niet in
staat zijn, de wagen zelfstandig te verlaten of zichzelf te redden. Bij bijzon-
der hoge of bijzonder lage temperaturen bestaat er levensgevaar!
Het kind dient tijdens de gehele duur van de rit beveiligd te zijn! Anders
■
zou het kind in geval van een ongeval door de wagen kunnen worden ge-
slingerd en kan hierdoor zichzelf en de andere passagiers levensgevaarlijk
verwonden.
22
23
23
23
24
21
Veilig vervoer van kinderen