Rijden
Wegrijden en rijden
Motor starten en afzetten
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Elektronische wegrijblokkering en stuurslot
Contact in- en uitschakelen
Motor starten/afzetten
Problemen bij de motorstart - wagens met startknop
Afhankelijk van de uitrusting bestaat de mogelijkheid, met de sleutel in het
contact of de startknop het contact in- of uit te schakelen en de motor te star-
ten/af te zetten.
ATTENTIE
Nooit de motor afzetten voordat de wagen stilstaat - gevaar voor onge-
■
vallen!
Tijdens het rijden met niet-draaiende motor moet het contact altijd inge-
■
schakeld zijn. Anders kan het stuurslot worden vergrendeld - gevaar voor
ongevallen!
De contactsleutel pas uit het contactslot verwijderen als de wagen tot
■
stilstand is gekomen
» pag.
124, Parkeren. Anders kan het stuurslot wor-
den vergrendeld - gevaar voor ongevallen!
De wagen nooit met draaiende motor zonder toezicht laten - gevaar voor
■
ongevallen, diefstal en dergelijke.
De motor nooit in afgesloten ruimten (bijvoorbeeld in een garage) laten
■
draaien - vergiftigings- en levensgevaar!
118
Rijden
VOORZICHTIG
De motor alleen starten als de motor niet draait en de wagen stilstaat - ge-
■
vaar voor schade aan de startmotor en de motor!
De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan
■
de motor en de katalysator! Als starthulp kunt u de accu van een andere wa-
gen gebruiken.
Bij wagens met startknop erop letten, waar de sleutel zich bevindt. Het sys-
■
teem kan de geldige sleutel herkennen, ook als deze op het dak van de wagen
is vergeten - gevaar voor verlies of beschadiging van de sleutel.
118
Let op
119
De motor niet bij stilstand laten warmdraaien. Zo mogelijk direct na het starten
119
van de motor wegrijden. Daardoor bereikt de motor sneller zijn bedrijfstempe-
120
ratuur.
Elektronische wegrijblokkering en stuurslot
Lees en bekijk eerst
Door de elektronische wegrijblokkering (hierna wegrijblokkering) en het stuur-
slot wordt diefstal of het onbevoegd gebruik van uw wagen bemoeilijkt.
Wegrijblokkering
De wegrijblokkering maakt een motorstart uitsluitend mogelijk bij gebruik van
de originele sleutel.
Storing van de wegrijblokkering
Bij een storing van de componenten van de wegrijblokkering in de sleutel kan
de motor niet worden gestart. Op het display van het instrumentenpaneel ver-
schijnt een melding dat de wegrijblokkering actief is.
Om te starten de andere sleutel gebruiken, eventueel de hulp van een specia-
list inroepen.
Stuurslot - vergrendelen
›
Bij wagens met contactslot de sleutel uit het contact trekken en het stuur-
wiel draaien, tot het stuurslot vergrendelt.
›
Bij wagens met een startknop de motor afzetten en het bestuurdersportier
openen. Als het bestuurdersportier wordt geopend en daarna het contact
wordt uitgeschakeld, wordt het stuurslot pas na het vergrendelen van de
wagen automatisch vergrendeld.
en
op bladzijde 118.