Werking
Afb. 202 Monochroom display van het instrumentenpaneel: Voorbeelden
van systeemweergaven
Afb. 203 Kleuren display van het instrumentenpaneel: Voorbeelden van
systeemweergaven
Lees en bekijk eerst
en
Systeemweergaven» afb. 202
en
Het systeem is geactiveerd, maar niet gereed voor een ingreep.
Het systeem is geactiveerd en gereed voor een ingreep.
Het systeem grijpt in - bij het naderen van de rechter begrenzingslijn.
De adaptieve rijstrookgeleiding wordt uitgevoerd.
1)
Geldt niet voor wagens met filehulp
» pag.
164
Rijden
op bladzijde 163.
» afb. 203
165.
Het systeem kan ingrijpen als aan de volgende basisvoorwaarden wordt vol-
daan.
Het systeem is geactiveerd.
De rijsnelheid is hoger dan ca. 65 km/h
De begrenzingslijn aan minimaal een zijde van de rijstrook wordt herkend.
De handen van de bestuurder rusten op het stuurwiel.
De rijstrook is breder dan circa 2,5 m.
Indien het knipperlicht wordt ingeschakeld (bv. bij het afslaan), vindt bij het na-
deren van de begrenzingslijn geen stuuringreep plaats. Het systeem beoor-
deelt de situatie als een bedoelde verandering van rijstrook.
Controlelampjes in het instrumentenpaneel
Het systeem is geactiveerd, maar niet gereed voor een ingreep.
Het systeem is geactiveerd en gereed voor een ingreep of grijpt momen-
teel in.
Adaptieve rijstrookgeleiding
De adaptieve rijstrookgeleiding helpt met behulp van stuuringrepen de door
de bestuurder gekozen positie tussen de herkende begrenzingslijnen vast te
houden.
Indien de positie op de rijstrook wordt gewijzigd, past het systeem zich binnen
zeer korte tijd aan en houdt de nieuw gekozen positie vast.
Stuurwieltrillingen
In de volgende situaties kan het voorkomen dat het systeem door stuurwiel-
trillingen erop wijst, dat een stuuringreep door de bestuurder nodig is.
▶
Het systeem is niet in staat om de wagen door een stuuringreep binnen de
rijstrook te houden.
▶
Tijdens een intensieve systeembepaalde stuuringreep kan het systeem de
begrenzingslijnen plotseling niet herkennen.
ATTENTIE
De systeemfunctie kan beperkt zijn, indien bijvoorbeeld in spoorvorming,
op een aflopend wegdek of bij zijwind wordt gereden.
.
1)