Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Om te deactiveren/activeren de knop  indrukken
Bij een gedeactiveerd systeem brandt in de toets het symbool .
Wordt het systeem gedeactiveerd, dan wordt dit na het uit- en inschakelen
van het contact automatisch weer geactiveerd.
Let op
Als het systeem bij automatisch afgezette motor wordt gedeactiveerd, dan
wordt de motor automatisch gestart.

Remmen en parkeren

Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Elektronische parkeerrem
Auto Hold-functie
Parkeren
De slijtage van de remmen is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en
de rijstijl. Onder verzwaarde omstandigheden (bv. stadsverkeer, sportieve rijst-
ijl) moet de toestand van de remmen ook tijdens de service-intervallen door
een specialist worden gecontroleerd.
De remwerking kan vanwege vochtige resp. in de winter bevroren of met een
zoutlaag bedekte remmen vertraagd worden. De remmen moeten worden ge-
reinigd en gedroogd door enkele keren te remmen
Corrosie op de remschijven en vervuiling van de remblokken worden bevor-
derd door langdurig stilstaan en weinig gebruik van de remmen. De remmen
moeten worden gereinigd door enkele keren te remmen
Voordat van een lange resp. steile helling bergafwaarts wordt gereden, de
snelheid verminderen en naar de eerstvolgende lagere versnelling terugscha-
kelen. Daardoor wordt de remwerking van de motor benut en worden de rem-
men ontlast. Indien er toch moet worden geremd, dan moet dit in intervallen
plaatsvinden.
Noodstopsignaal - als een noodstop plaatsvindt, kan er automatisch worden
geknipperd als waarschuwing voor het achteropkomend verkeer.
Nieuwe remblokken moeten eerst worden "ingereden", want deze bieden in
het begin geen optimale remwerking. Daarom tijdens de eerste circa 200 km
bijzonder voorzichtig rijden.
122
Rijden
» afb.
153.
Een te laag remvloeistofpeil kan storingen in het remsysteem veroorzaken, in
het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
branden. Gaat het controlelampje niet branden en wordt er toch een verlengde
remweg waargenomen, dan dient de rijstijl overeenkomstig de onbekende sto-
ringoorzaak en de beperkte remwerking te worden aangepast - direct de hulp
van een specialist inroepen.
De rembekrachtiger verhoogt de druk die op het rempedaal wordt uitgeoe-
fend. De rembekrachtiger werkt alleen als de motor draait.
123
124
124
»
.
»
.
ATTENTIE
Wanneer de motor is afgezet is meer kracht nodig om te remmen - gevaar
voor ongevallen!
Tijdens het remmen met een wagen met schakelbak, ingeschakelde ver-
snelling en in een laag toerentalbereik, moet het koppelingspedaal worden
ingetrapt. Anders zou dit een negatieve invloed op de rembekrachtiger
kunnen hebben - gevaar voor ongevallen!
Het rempedaal niet intrappen als niet moet worden geremd. Dit leidt tot
oververhitting van de remmen en daardoor tot een langere remweg en een
hogere slijtage - gevaar voor ongevallen!
De remschijven alleen schoon en droog remmen als de verkeerssituatie
dit toelaat. Andere verkeersdeelnemers mogen niet in gevaar worden ge-
bracht.
Adviezen over nieuwe remblokken opvolgen.
Bij het stoppen en parkeren moet de parkeerrem altijd worden ingescha-
keld, anders kan de wagen wegrollen - gevaar voor ongevallen!
Bij het naderhand monteren van een frontspoiler, wieldoppen, enzovoort,
moet worden veiliggesteld dat de luchttoevoer naar de voorremmen niet
wordt beïnvloed. Anders zou dit een oververhitting van de voorremmen
kunnen veroorzaken - gevaar voor ongevallen!
» pag.
33,
Remsysteem

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave