Door het deactiveren van beide systemen wordt de safebeveiliging uitgescha-
keld.
VOORZICHTIG
Een geopend brillenvak veroorzaakt een verminderde werking van de interi-
eurbewaking. Om een ongehinderde werking van de interieurbewaking te
waarborgen, moet voor het vergrendelen van de wagen altijd het brillenvak
worden gesloten.
Achterklep met handmatige bediening
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Achterklep openen/sluiten
Vertraagde vergrendeling van achterklep instellen
ATTENTIE
Nooit met een geopende achterklep rijden, omdat dan giftige uitlaatgas-
■
sen het interieur kunnen binnendringen - gevaar voor vergiftiging!
Na het sluiten controleren of de klep goed is vergrendeld. Anders zou de
■
klep tijdens het rijden plotseling open kunnen gaan, ook wanneer deze is
vergrendeld - gevaar voor ongevallen!
Erop letten dat bij het sluiten van de achterklep geen lichaamsdelen wor-
■
den ingeklemd - gevaar voor verwondingen!
Bij het sluiten van de achterklep niet op de achterruit drukken, deze zou
■
kunnen barsten - gevaar voor verwondingen!
Achterklep openen/sluiten
Afb. 37 Achterklep openen en sluiten
Lees en bekijk eerst
›
Om te openen knop
in pijlrichting
A
›
De klep in pijlrichting
2
›
Om te sluiten knop
vastpakken en in pijlrichting
B
Let op
Knop
» afb. 37
wordt bij het wegrijden resp. vanaf een snelheid van meer
A
dan 5 km/h gedeactiveerd. Na het stoppen en openen van een portier wordt
de knop weer geactiveerd.
Vertraagde vergrendeling van achterklep instellen
Lees en bekijk eerst
Als de achterklep met de knop op de sleutel wordt ontgrendeld, dan wordt
57
de klep na het sluiten automatisch weer vergrendeld.
57
De tijd waarna de achterklep na het sluiten automatisch wordt vergrendeld,
kan door een specialist worden ingesteld.
VOORZICHTIG
Voordat de achterklep automatisch wordt vergrendeld, is het ongewenst bin-
nendringen in de wagen mogelijk.
Elektrische achterklep
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Bedieningsbeschrijving
Bovenste stand van de klep instellen
Storingen
Achterklep zonder aanraken bedienen
De achterklep (hierna alleen nog klep genoemd) kan elektrisch en in noodge-
vallen handmatig worden bediend
op bladzijde 57.
drukken
» afb.
37.
1
oplichten.
trekken.
3
op bladzijde 57.
» pag.
59.
Ontgrendelen en openen
58
59
59
59
57