Storing in KESSY-systeem
Bij een storing in het KESSY-systeem wordt op het display in het instrumen-
tenpaneel de betreffende melding weergegeven.
Lage spanning van de sleutelbatterij
Als de spanning in de sleutelbatterij te laag is, verschijnt op het display in het
instrumentenpaneel een melding om de batterij te vervangen. De batterij ver-
vangen
» pag.
210.
Alarmsysteem
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Alarmactivering
Interieurbewaking en afsleepalarm
Het alarmsysteem geeft akoestische en optische waarschuwingssignalen bij
een poging tot inbraak in de wagen of diefstal van de wagen (hierna alleen
nog als alarm benoemd).
Het alarmsysteem wordt circa 30 seconden na het vergrendelen van de wagen
automatisch ingeschakeld. Na het ontgrendelen wordt dit automatisch ge-
deactiveerd.
VOORZICHTIG
Om een correcte werking van het alarmsysteem te waarborgen, moet voor het
verlaten van de wagen worden gecontroleerd of alle portieren, alle ruiten en
het schuif-kanteldak zijn gesloten.
Let op
Het alarmsysteem heeft een eigen voedingsbron, waarvan de houdbaarheid 5
jaar bedraagt.
Alarmactivering
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 56.
Het alarm wordt geactiveerd, als aan de wagen met ingeschakeld alarmsys-
teem één of meer van de volgende onbevoegde handelingen wordt uitge-
voerd:
▶
Openen van de motorkap.
▶
Openen van de achterklep.
56
Bediening
▶
Openen van de portieren.
▶
Manipulatie van het contactslot.
▶
Afslepen van de wagen.
▶
Beweging in de wagen.
▶
Plotselinge en duidelijke spanningsdaling van de elektrische installatie.
▶
Afkoppelen van de aanhangwagen.
Een activering van het alarm vindt ook plaats, wanneer het bestuurdersportier
via de slotcilinder wordt ontgrendeld en geopend.
Het alarm wordt uitgeschakeld, door de toets op de sleutel in te drukken of
het contact in te schakelen.
Interieurbewaking en afsleepalarm
56
56
Lees en bekijk eerst
De interieurbewaking activeert het alarm als er een beweging in de vergren-
delde wagen wordt geregistreerd.
Het afsleepalarm activeert het alarm als er een kanteling van de vergrendelde
wagen wordt geregistreerd.
De beide systemen moeten worden uitgeschakeld als de mogelijkheid bestaat
dat het alarm zal afgaan door bewegingen in het interieur (bijvoorbeeld door
personen of huisdieren) resp. als de wagen wordt vervoerd (bijvoorbeeld per
spoor of boot) of moet worden afgesleept.
Uitschakelen
›
Het contact uitschakelen en het bestuurdersportier openen.
›
De knop op de middentunnel aan bestuurderszijde indrukken
de knop gaat het symbool
›
De wagen binnen 30 seconden vergrendelen.
Afb. 36
Toets van interieurbewaking en
afsleepalarm
op bladzijde 56.
branden.
» afb.
36, in