Dynamic Light Assist past de lichtbundel van de koplampen automatisch aan, om
het verblinden van tegen- en voorliggers te voorkomen, en zorgt tegelijkertijd
voor de best mogelijke verlichting van de straatranden.
Is de rijmodus Eco
» pag.
160, Selecteren van de rijmodus (Driving Mode
Selection) of Reismodus
» pag.
69, Rijden in het buitenland gekozen, dan is de
automatische aanpassing van de lichtbundel gedeactiveerd, Dynamic Light Assist
schakelt alleen het grootlicht automatisch in/uit.
Staan de xenonkoplampen in de modus Regen of Mist
namic Light Assist gedeactiveerd.
Als er een systeemstoring aanwezig is, verschijnt op het display in het instru-
mentenpaneel een storingmelding. De hulp van een specialist inroepen.
ATTENTIE
Het systeem dient slechts ter ondersteuning, de bestuurder wordt hierdoor
niet van zijn plicht ontheven, het groot- en dimlicht zo nodig ahndmatig
aan de gegeven omstandigheden aan te passen (bv. bij slechte weers- of
lichtomstandigheden, bij het passeren van gebrekkig verlichte verkeers-
deelnemers, of indien het zicht van de sensor door een obstakel wordt be-
perkt).
VOORZICHTIG
Geen stickers of iets dergelijks voor de sensor op de voorruit plakken, om de
werking van het systeem niet te belemmeren.
Let op
De individuele instelling van de koplampassistent wordt (afhankelijk van het
infotainmenttype) in het actieve gebruikersaccount voor de personalisering
opgeslagen
» pag.
47.
Werkingsvoorwaarden
Lees en bekijk eerst
en
Het systeem werkt onder de volgende omstandigheden:
Het systeem is in het infotainment geactiveerd
tainment.
De lichtschakelaar staat in stand .
Het systeem is ingeschakeld
70
Bediening
» pag.
67, dan is de Dy-
op bladzijde 70.
»
Instructieboekje info-
» pag.
70, In-/uitschakelen.
De rijsnelheid ligt boven 60 km/h (voor enkele landen boven 40 km/h).
De voorruit is bij de sensor schoon.
In-/uitschakelen
Lees en bekijk eerst
en
›
Voor het inschakelen van het systeem de bedieningshendel tegen de veer-
druk in in de stand
drukken
A
controlelampje branden.
›
Voor het uitschakelen van het automatisch ingeschakelde grootlicht de be-
dieningshendel tegen de veerdruk in in de stand
controlelampje gaat uit.
›
Voor het handmatig inschakelen van het grootlicht de bedieningshendel te-
gen de veerdruk in in de stand
gaat uit.
Het grootlicht wordt automatisch uitgeschakeld als de snelheid beneden 30
km/h zakt.
Binnenverlichting
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Bediening van de binnenverlichting vanaf de voorstoelen
Binnenverlichting achterin
Sfeerverlichting
De binnenverlichting werkt ook bij uitgeschakeld contact. Bij uitgeschakeld
contact wordt de binnenverlichting na ongeveer 10 minuten automatisch uit-
geschakeld.
Afb. 51
Bedieningshendel: Koplampas-
sistent
op bladzijde 70.
» afb.
51, in het instrumentenpaneel gaat het
drukken
» afb.
B
drukken
» afb.
51, het controlelampje
A
51, het
71
71
72