Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

VOORZICHTIG
Het oliepeil mag in geen geval buiten het gebied
voor beschadiging van de motor en het uitlaatsysteem.
Als bijvullen van motorolie niet mogelijk is, of het oliepeil ligt boven gebied
,
Niet verder rijden! De motor afzetten en de hulp van een specialist in-
A
roepen.
Let op
Een te laag motoroliepeil wordt in het instrumentenpaneel door het gaan
branden van het controlelampje  en door de betreffende melding weergege-
ven
» pag.
38. Toch adviseren wij het oliepeil met regelmatige tussenpozen
met de oliepeilstok te controleren.

Koelvloeistof

Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Controleren en bijvullen
De koelvloeistof zorgt voor koeling van de motor en bestaat uit water en anti-
vries (met additieven, die het koelsysteem tegen corrosie beschermen en kalk-
afzetting voorkomen).
Het antivriesaandeel in de koelvloeistof moet 40 tot 60 % bedragen.
De correcte mengverhouding tussen water en antivries moet, indien nodig,
door een specialist worden gecontroleerd en zo nodig worden gecorrigeerd.
ATTENTIE
Bij werkzaamheden in de motorruimte de volgende waarschuwingsaan-
wijzingen opvolgen
» pag.
188.
Nooit de vuldop van het koelvloeistofexpansiereservoir openen, zolang
de motor warm is. Het koelsysteem staat onder druk - er is verbrandingsge-
vaar resp. gevaar voor verwondingen door uitspuitende koelvloeistof!
Als bescherming tegen uitspuitende koelvloeistof de afsluitdop met een
doek afdekken.
Koelvloeistof en koelvloeistofdamp zijn schadelijk voor de gezondheid -
huidcontact met koelvloeistof voorkomen. Als de ogen of de huid met koel-
vloeistof in aanraking zijn gekomen, de betreffende plaats direct geduren-
de ten minste enkele minuten met veel water afspoelen. Zo nodig medi-
sche hulp inroepen.
192
Raadgevingen voor het gebruik
liggen
» afb. 219
- gevaar
De radiateur niet afdekken en geen onderdelen (zoals extra koplampen) voor
A
de luchtinlaten monteren - gevaar voor oververhitting van de motor.
Voorwaarden voor het vullen en bijvullen van de koelvloeistof.
192
Koelvloeistofpeil controleren - het koelvloeistofpeil moet tussen markeringen
koelvloeistof bijvullen.
Bijvullen
In het reservoir moet altijd een geringe hoeveelheid koelvloeistof aanwezig
zijn
De specificatie van de koelvloeistof is op het koelvloeistofexpansiereservoir
aangegeven
Als geen voorgeschreven koelvloeistof beschikbaar is, alleen gedestilleerd
resp. gedemineraliseerd water bijvullen en de mengverhouding van water en
antivries zo snel mogelijk door een specialist laten corrigeren.
VOORZICHTIG
Controleren en bijvullen
Lees en bekijk eerst
en
De wagen staat op een horizontale ondergrond.
De motor is niet opgewarmd (bij motor op bedrijfstemperatuur kan het
testresultaat niet precies uitvallen).
De motor is afgezet.
en
liggen
» afb.
220. Als het koelvloeistofpeil onder markering
A
B
»
.
Een doek op de dop van het koelvloeistofexpansiereservoir leggen en de dop
voorzichtig losschroeven.
Nieuwe koelvloeistof bijvullen die aan de voorgeschreven specificatie vol-
doet.
De dop vastdraaien, tot deze goed vergrendelt.
» afb.
220.
Afb. 220
Koelvloeistofexpansiereservoir
op bladzijde 192.
ligt,
B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave