Het automatisch wissen bij regen kan in het infotainment worden geacti-
veerd/gedeactiveerd
»
Instructieboekje infotainment.
ATTENTIE
Het automatisch wissen bij regen dient alleen ter ondersteuning. De be-
stuurder wordt daarmee niet van de plicht ontslagen de ruitenwisserfunc-
tie afhankelijk van het zicht handmatig in te stellen.
Let op
Als het wissen zonder onderbreking gebeurt, varieert de wissnelheid afhan-
■
kelijk van de rijsnelheid.
De individuele instelling (activering/deactivering) van het automatische rui-
■
tenwissen bij regen wordt (afhankelijk van het infotainmenttype) in het actie-
ve gebruikersaccount voor de personalisering opgeslagen
Achterruitwisser en -sproeiers / achteruitrijcamera-
reinigingssysteem
Lees en bekijk eerst
en
De hendel kan in de volgende standen worden gezet
Wissen en sproeien uitgeschakeld
Ruitenwissen
Besproeien en wissen van de ruit (tegen de veerdruk in) - na het loslaten
van de bedieningshendel voert de wisser nog 2 tot 3 wisserslagen uit.
Besproeien van de achteruitrijcamera (tegen de veerdruk in)
Automatisch wissen van de achterruit
Wanneer het voorruitwissen zonder onderbreking plaatsvindt, dan wordt auto-
matisch de achterruit in regelmatige intervallen gewist.
» pag.
47.
Afb. 60
Bediening van ruitenwisser- en
sproeierinstallatie
op bladzijde 74.
» afb. 60
De functie kan in het infotainment worden geactiveerd of gedeactiveerd
structieboekje infotainment.
Let op
Na het inschakelen van de achteruitversnelling wordt bij ingeschakelde rui-
■
tenwissers vóór de achterruit automatisch eenmaal gewist.
De individuele instelling (activering/deactivering) van het automatische ach-
■
terruitwissen bij regen wordt (afhankelijk van het infotainmenttype) in het ac-
tieve gebruikersaccount voor de personalisering opgeslagen
Koplampsproeiers
Lees en bekijk eerst
en
Bij elke eerste en na elke tiende keer dat de ruitensproeierinstallatie voor de
voorruit wordt gebruikt, worden ook de koplampen gewassen, als aan de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
Het contact is ingeschakeld.
Het dimlicht is ingeschakeld.
De buitentemperatuur bedraagt circa -12 °C tot +39 °C.
Om de juiste werking van het systeem ook in de winter te waarborgen, moet
dit regelmatig van sneeuw en ijs (bv. met een ontdooiingsspray) worden ont-
daan.
Achteruitkijkspiegels
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Dimmen van binnenspiegels
Buitenspiegels
ATTENTIE
Buitenspiegels vergroten het blikveld, maar laten objecten kleiner en ver-
der weg lijken dan ze zijn. Daarom altijd de binnenspiegel gebruiken om de
afstand tot achteropkomend verkeer te bepalen.
» pag.
op bladzijde 74.
Licht en zicht
»
In-
47.
76
76
75