VOORZICHTIG
De krik voor het opbergen in de box met wagengereedschap weer in de oor-
spronkelijke positie draaien - gevaar voor beschadiging van de box.
Let op
De conformiteitsverklaring zit bij de krik of in de wagendocumentiemap.
Wiel verwisselen
Voorbereidende werkzaamheden
Voor de veilgheid voor het verwisselen van een wiel in het verkeer de
volgende aanwijzingen opvolgen.
›
Indien mogelijk de wagen ver van het rijdende verkeer afzetten - hiervoor
een plaats met vlakke en stevige ondergrond kiezen.
›
De motor afzetten.
›
Bij wagens met schakelbak de 1e versnelling inschakelen.
›
Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P
plaatsen.
›
De parkeerrem inschakelen.
›
De alarmlichten inschakelen en de gevarendriehoek op de voorgeschreven
afstand neerzetten.
›
Alle passagiers laten uitstappen. Tijdens het verwisselen van het wiel moe-
ten de passagiers niet op de rijbaan staan (bijvoorbeeld achter de vangrail).
›
Indien een aanhangwagen is aangekoppeld, dan deze afkoppelen.
Wiel verwisselen
›
Het noodreservewiel eruit nemen
›
De wieldop
» pag. 203
resp. de afdekkappen
›
Eerst de antidiefstalwielbout
» pag. 204
204
losdraaien
»
.
›
De wagen zo ver opkrikken dat het te verwisselen wiel de bodem niet meer
raakt
» pag.
204.
›
De wielbouten verwijderen en op een schone ondergrond leggen (doek, pa-
pier enzovoort).
›
Het defecte wiel voorzichtig losnemen.
›
Het noodreservewiel aanbrengen en de wielbouten iets vastschroeven.
›
De wagen laten zakken.
202
Tips om het zelf te doen
» pag.
203.
» pag. 203
verwijderen.
en dan de andere wielbouten
›
Met de wielsleutel afwisselend de tegenover elkaar liggende wielbouten
("kruiselings") vastzetten
vastzetten
» pag.
204.
›
De wieldop
» pag. 203
Bij de montage van draairichtinggebonden banden op de draairichting letten
» pag.
196.
Alle wielbouten moeten schoon en goed gangbaar zijn. Gecorrodeerde en
zwaar draaiende bouten moeten worden vernieuwd.
ATTENTIE
De wielbouten slechts iets losdraaien (circa een omwenteling), zolang de
■
wagen niet met de krik is opgekrikt. Anders kan het wiel loskomen en eraf
vallen - gevaar voor ongevallen.
In geen geval mogen de bouten worden ingevet of ingeolied - gevaar
■
voor ongevallen.
Afsluitende werkzaamheden
Na het wisselen van een wiel moeten de volgende werkzaamheden worden
uitgevoerd.
›
Het omgewisselde wiel in de kuip onder de bodembekleding in de bagage-
ruimte opbergen en met een borgbout bevestigen
›
Het wagengereedschap op de hiervoor bedoelde plaats opbergen en met de
riem bevestigen.
›
De bandenspanning van het gemonteerde wiel controleren en zo nodig aan-
passen, bij wagens met bandenspanningscontrole de bandenspanningswaar-
den in het systeem opslaan
›
Het aantrekmoment van de wielbouten zo snel mogelijk laten controleren.
Het voorgeschreven aantrekmoment bedraagt 140 Nm.
» pag.
De beschadigde band laten vervangen resp. bij een specialist informeren naar
de reparatiemogelijkheden.
ATTENTIE
Een te hoog aantrekmoment kan de wielbouten en de schroefdraad be-
schadigen en kan leiden tot een blijvende vervorming van de draagvlakken
op de velgen. Bij een te laag aantrekmoment kunnen de wielen tijdens het
rijden loskomen - gevaar voor ongevallen. Tot het controleren van het aan-
trekmoment voorzichtig en slechts met matige snelheid rijden.
» pag.
204. De antidiefstalwielbout als laatste
resp. de afdekkappen
» pag. 203
» pag.
» pag.
169.
weer aanbrengen.
203.