Stuurslot - ontgrendelen
›
Bij wagens met contactslot de sleutel in het contactslot steken en het con-
tact inschakelen. Is dat niet mogelijk, dan het stuurwiel iets heen en weer
bewegen en daardoor het stuurslot ontgrendelen.
›
Bij wagens met een startknop in de wagen stappen en het bestuurderspor-
tier sluiten. Onder omstandigheden kan het stuurslot pas bij het inschakelen
van het contact resp. het starten van de motor worden ontgrendeld.
ATTENTIE
De wagen nooit met vergrendelde stuurinrichting laten rollen - gevaar voor
ongevallen!
Contact in- en uitschakelen
Afb. 150 Standen van de sleutel in het contactslot / startknop
Lees en bekijk eerst
en
Standen van de sleutel in het contactslot
Contact uitgeschakeld, motor afgezet
1
Contact ingeschakeld
2
Motor starten
3
Contact bij wagens met startknop in- en uitschakelen
›
Op de knop drukken
» afb. 150
Bij wagens met schakelbak mag bij het in- resp. uitschakelen van het contact
het koppelingspedaal niet worden ingetrapt, anders probeert het systeem te
starten.
Bij wagens met automatische versnellingsbak mag bij het in- resp. uitschake-
len van het contact het rempedaal niet worden ingetrapt, anders probeert het
systeem te starten.
op bladzijde 118.
» afb. 150
-
- , het contact wordt in- resp. uitgeschakeld.
Motor starten/afzetten
Lees en bekijk eerst
en
Voor het starten van de motor
›
De parkeerrem inschakelen.
›
Bij wagens met schakelbak de versnellingshendel in de neutrale stand zet-
ten, het koppelingspedaal intrappen en ingetrapt houden, tot de motor is
aangeslagen.
›
Bij wagens met automatische versnellingsbak de keuzehendel in stand P of
N zetten
»
en het rempedaal intrappen en ingetrapt houden, tot de motor
is aangeslagen.
Motor starten
›
Bij wagens met contactslot de sleutel in stand
119 - , er wordt gestart. Dan de sleutel loslaten, de motor slaat automatisch
aan.
Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, de sleutel in stand
De startprocedure na 30 s herhalen.
›
Bij wagens met een startknop de knop kort indrukken
, de motor slaat automatisch aan.
Bij wagens met dieselmotoren gaat tijdens het starten het voorgloeicontrole-
lampje
branden. Na het uitgaan van het controlelampje slaat de motor aan.
Motor afzetten
›
De wagen stilzetten.
›
Bij wagens met contactslot de sleutel in stand
119 - .
›
Bij wagens met een startknop de knop indrukken
de motor en het contact worden gelijktijdig uitgeschakeld.
Bij wagens met automatische versnellingsbak kan de contactsleutel alleen
worden verwijderd als de keuzehendel in stand P staat.
Na langdurige hoge motorbelasting de motor niet direct afzetten als de wagen
stilstaat, maar nog circa 1 minuut stationair laten draaien. Daarmee wordt
warmteophoping in de afgezette motor voorkomen.
Nooduitschakeling van de motor bij wagens met startknop
Het systeem is met een beveiliging tegen onbedoeld afzetten uitgerust, de
motor kan tijdens het rijden alleen bij een noodgeval worden afgezet.
op bladzijde 118.
draaien
» afb. 150
3
» afb. 150
draaien
» afb. 150
1
» afb. 150
op pag. 119 - ,
Wegrijden en rijden
op pag.
draaien.
1
op pag. 119 -
op pag.
119