Voorwaarden voor met-activeren
van de airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage
snelheden worden de airbags niet
geactiveerd. De reden daarvan is dat
de airbags in die omstandigheden niet
meer bescherming kunnen bieden dan de
veiligheidsgordels al doen.
De airbags voor zijn niet ontworpen om
te worden geactiveerd bij aanrijdingen
van achter, omdat de inzittenden dan
door de bots kracht naar achteren
worden gedrukt. In dergelijke gevallen
biedt het activeren van de airbags geen
extra voordelen.
De airbags voor worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd. De
OBC3030029
inzittenden bewegen altijd in de richting
van de aanrijding, waardoor het activeren
van de airbags voor overbodig kan zijn.
De zijairbags en gordijn airbags kunnen
echter wel worden opgeblazen, afhanke-
lijk van de ernst.
OBC3030030
Bij een aanrijding op een helling of onder
een hoek kan de kracht van de aanrijding
de inzittenden in een bepaalde richting
verplaatsen, waar de airbags geen extra
bescherming zouden bieden, dit kan ook
een reden zijn waarom de sensoren de
airbags daarom ook niet activeren.
03
OBC3030031
OGB034038
3-55