7. Parkeren voltooid
(1) Voltooi
het
parkeren
auto door de instructies op het
instrumentenpaneel te volgen. Bedien
indien nodig het stuurwiel met de
hand en voltooi het parkeren van uw
auto.
(2) Bij gebruik van haaks achteruit
parkeren zal de Parking Assist het
parkeren van de auto voltooien zonder
de parkeerplaats volledig te betreden,
rekening houdend met stoppers, enz.
op de parkeerplaats. Indien nodig kunt
u uw voertuig handmatig parkeren.
itschakelen van de parkeermodus
tijdens gebruik
Houd de Parkeer-/weergaveknop (
in de volgende stap ingedrukt:
- Zoeken naar een parkeerplaats
- Selecteer de parkeermodus en het
type
Druk op de Parkeer-/weergaveknop
(
) of Parking Safety-knop (
terwijl het stuurwiel wordt bediend.
De parkeermodus wordt onder de vol-
gende omstandigheden geannuleerd:
Bij het zoeken naar een parkeerplaats
- Het schakelen van de versnelling naar
R (Achteruit)
- De voertuigsnelheid boven 30 km/u
(18 mph) is.
- De parkeerplaats is smal
- Het stuurwiel, de versnellingspook, de
remmen en de bedieningselementen
OBC3070103TU
van de aandrijving werken niet
normaal
van
uw
- ABS-, TCS- of ESC-systeem is vanwege
gladde wegomstandigheden actief
Wanneer het stuurwiel wordt bediend
- Het stuurwiel wordt gestuurd
- Er zijn ongeveer 6 minuten verstreken
sinds het stuurwiel is bediend
- Het stuurwiel, de versnellingspook, de
remmen en de bedieningselementen
van de aandrijving werken niet
normaal
- ABS-, TCS- of ESC-systeem is vanwege
gladde wegomstandigheden actief
)
)
07
7-147