Bestuurder hulpsysteem
itschakelen van de uitrijmodus tij-
dens het gebruik
Druk op de Parkeer-/weergaveknop
(
) of op de Parking Safety-knop
(
).
De uitrijmodus wordt in de volgende
condities geannuleerd:
Bij het controleren van de ruimte om
uit te rijden
- Het schakelen van de versnelling naar
R (Achteruit)
- Het voertuig beweegt
- Niet genoeg ruimte om uit te rijden
- Er wordt binnen 2 mm in de uitrijrich-
ting een object gedetecteerd
- Het stuurwiel, de versnellingspook, de
remmen en de bedieningselementen
van de aandrijving werken niet
normaal
- ABS-, TCS- of ESC-systeem is vanwege
gladde wegomstandigheden actief
Wanneer het stuurwiel wordt bediend
- Het stuurwiel wordt gestuurd
- Er zijn ongeveer 6 minuten verstreken
sinds het stuurwiel is bediend
- Het stuurwiel, de versnellingspook, de
remmen en de bedieningselementen
van de aandrijving werken niet
normaal
- ABS-, TCS- of ESC-systeem is vanwege
gladde wegomstandigheden actief
7-152
OBC3070104TU/OBC3070120TU
Aanvullende instructies (berichten)
Wanneer de Parking Assist in werking
is kan er een bericht verschijnen,
ongeacht de volgorde van bediening. De
berichten verschijnen afhankelijk van de
omstandigheden. Volg de instructies die
tijdens het gebruik van de Parking Assist
worden gegeven op.
WAARSCHUWING
Controleer de omgeving altijd op
voetgangers, dieren of voorwerpen
voordat u uw voet van het rempedaal
haalt.
Als het voertuig niet beweegt, ook al
wordt het rempedaal niet ingedrukt,
controleer dan de omgeving voordat
u het gaspedaal indrukt.
Als wordt vastgesteld dat de ruimte
te klein is wanneer het voertuig wordt
bestuurd om uit te rijden, wordt de
uitrijmodus geannuleerd.