Rijden met uw auto
Volg voor het plaatsen van de kettingen
de aanwijzingen van de fabrikant en trek
de kettingen zo strak mogelijk aan. Pas
de snelheid aan met de gemonteerde
kettingen (minder dan 30 km/ uur). Als
u de kettingen tegen de carrosserie of
het chassis hoort slaan, stop dan meteen
en trek de kettingen aan. Als ze daarna
nog tegen de auto slaan, matig uw snel-
heid dan totdat dit niet meer gebeurt.
Verwijder de sneeuwkettingen zodra u
weer op een schone weg rijdt.
Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond en uit de buurt van het overige ver-
keer voor het monteren van de sneeuw-
kettingen. Zet de Alarmknipperlichten
aan en plaats (indien beschikbaar) een
gevarendriehoek achter de auto. Zet de
transmissie in stand P (Parkeren), acti-
veer de parkeerrem en zet de motor af
alvorens de sneeuwkettingen te monte-
ren.
AANWIJZING
Wanneer u sneeuwkettingen gebruikt:
Kettingen die een verkeerde maat
hebben of niet goed gemonteerd zijn,
kunnen de remleidingen, wielophan-
ging, carrosserie, en velgen van uw
auto beschadigen.
Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen
van SAE-klasse S.
Als u lawaai hoort veroorzaakt door
contact van de kettingen met de
behuizing, zet dan de ketting verder
vast zodat contact met de carrosserie
van de auto voorkomen wordt.
Voorkom schade aan de carrosserie,
en zet de kettingen opnieuw vast na
ongeveer 0.5~1.0 km (0.3~0.6 mijl).
Monteer
geen
op auto's met lichtmetalen velgen.
Indien onvermijdelijk moet een draad
soort ketting.
Gebruik sneeuwkettingen die minder
breed zijn dan 12 mm (0.47 in) om
schade aan de kettingaansluiting te
voorkomen.
6-62
sneeuwkettingen
Voorzorgsmaatregelen voor de
winter
Gebruik hoogwaardige ethyleenglycol
koelvloeistof
Uw auto wordt afgeleverd met een koel-
systeem dat gevuld is met hoogwaardi-
ge ethyleenglycol koelvloeistof. Alleen
dit type koelvloeistof helpt corrosie in
het koelsysteem te voorkomen, smeert
de waterpomp afdoende en voorkomt
bevriezing van het koelsysteem. Vervang
de koelvloeistof periodiek en vul het op
de juiste manier bij. Zie hiervoor het
onderhoudsschema in hoofdstuk 9. Laat
voor de winter controleren of de koel-
vloeistof voldoende bescherming tegen
bevriezing biedt voor de te verwachten
winterse temperaturen.
Controleer de accu en de accukabels
Winterse temperaturen hebben invloed
op de accuprestaties. Controleer de
accu en de accukabels en -klemmen
zoals beschreven staat in hoofdstuk 9.
Het laadniveau in accu kan gecontroleerd
worden door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Laat de motor indien nodig vullen met
een speciale "winterolie"
In sommige regio's wordt geadviseerd in
de winter speciale winterolie te gebruiken
met een lagere viscositeit. Zie hoofdstuk
2 voor meer informatie. Neem contact
op met een officiële HYUNDAI- dealer als
u niet weet welk type winterolie u moet
gebruiken.