Noodsituaties
1. Parkeer de auto op een stevige en
vlakke ondergrond.
2. Breng de banden op de juiste spanning
zoals aangegeven op het voertuigpla-
tje of het banden-spanningslabel op
de middenstijl aan bestuurderszijde.
3. Start de motor en houd de toets
TPMS SET gedurende ongeveer drie
seconden ingedrukt om het TPMS te
resetten. De resetprocedure wordt
automatisch voltooid.
4. Controleer of het controlelampje
lage bandenspanning uitgaat nadat
het vier seconden heeft geknipperd.
Controleer, als de auto is uitgerust met
een controlepaneel, of de melding
'Bandenspanningen opgeslagen (Tire
pressures stored)' wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
5. Rijd na het resetten van het TPMS
ongeveer 20 minuten met de auto
om de nieuwe bandenspanning in het
systeem op te slaan.
Herhaal stap 3 als het controlelampje
lage bandenspanning gaat branden.
Bij het resetten van het TPMS wordt de
huidige bandenspanning opgeslagen
als de standaard bandenspanning.
8-12
OPMERKING
Als u TPMS reset zonder de banden op
de juiste spanning te brengen, geeft
het systeem u mogelijk niet de juiste
informatie, ook al hebben de banden
een veel te lage spanning. U moet
controleren of de bandenspanning
juist is voordat u het TPMS reset.
Het TPMS werkt mogelijk niet goed
als u TPMS niet reset wanneer dit wel
OBC3080004
zou moeten.
Als u de resettoets TPMS indrukt
tijdens het rijden wordt de TPMS-
resetprocedure niet uitgevoerd. U
moet de resettoets TPMS indrukken
als de auto volledig tot stilstand
gekomen is.
De bandenspanning moet gecontro-
leerd worden en indien nodig op de
juiste waarde worden gebracht als de
banden koud zijn.
Een koude band houdt in dat de auto
gedurende 3 uur heeft stilgestaan of
niet meer dan 1,6 km heeft gereden
gedurende deze periode.