Het systeem werkt wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
- De versnelling wordt in R geschakeld
(Achteruit)
- De voertuigsnelheid is lager dan 8
km/h.
- Het naderende voertuig bevindt zich
binnen ongeveer 1.5 m van de linker-
en rechterzijde van uw voertuig
- De snelheid van het voertuig dat van
links en rechts nadert is meer dan 5
km/u.
Noodremmen zal worden ondersteund
om een aanrijding met naderende
voertuigen van links en rechts te helpen
voorkomen.
WAARSCHUWING
De rembediening zal eindigen wanneer:
- Het naderende voertuig buiten het
detectiebereik is
- Het naderende voertuig achter uw
auto passeert
- Het naderende voertuig niet in de
richting van uw voertuig rijdt
- De snelheid van het naderende
voertuig afneemt
- De bestuurder het rempedaal met
voldoende kracht indrukt
Stoppen van het voertuig en rembe-
diening
Wanneer het voertuig vanwege een
noodremmen tot stilstand komt, ver-
schijnt
het
waarschuwingsbericht
'Drive carefully' (voorzichtig rijden) op
het instrumentenpaneel.
Voor uw veiligheid moet de bestuurder
onmiddellijk het rempedaal intrappen
en de omgeving controleren.
De rembediening eindigt nadat het
voertuig gedurende ongeveer 2 secon-
den door een noodstop is gestopt.
Tijdens de noodstop wordt de rembe-
diening door het systeem automatisch
geannuleerd wanneer de bestuurder
het rempedaal hard indrukt.
07
OBC3070004
7-119