Onderhoud
Voorkom rijden met een extreem laag
brandstofniveau. Het leegrijden van de
tank kan leiden tot overslaan van de
motor en overbelasting van de kataly-
sator.
Wanneer bovenstaande voorzorgsmaat
regelen niet in acht worden genomen,
kan schade aan de katalysator en aan uw
auto ontstaan. Bovendien kan hierdoor
de garantie vervallen.
Benzineroetfilter (GPF)
(indien van toepassing)
Het
benzineroetfiltersysteem
verwijdert roet uit de uitlaatgassen.
Het GPF-systeem verbrandt (of oxideert)
automatisch het opgehoopte roet in
overeenstemming met de rijsituaties, dit
in tegenstelling tot een wegwerplucht-
filter.
Met andere woorden, het opgehoopte
roet wordt automatisch naar buiten
geblazen door het regelsysteem van
de motor en door de hoge temperatuur
van het uitlaatgas bij normale/hoge
rijsnelheden.
Wanneer er echter voortdurend met het
voertuig herhaaldelijk korte afstanden
worden gereden of gedurende een lange
tijd op een lage temperatuur wordt
gereden, kan het opgehoopte roet niet
automatisch worden verwijderd vanwege
de lage temperatuur van het uitlaatgas.
In het geval dat het verzamelde roet
een bepaalde hoeveelheid heeft bereikt
gaat het benzineroetfilterlampje branden
ongeacht het roetoxidatieproces.
Het benzineroetfilterlampje (GPF) dooft
als de rijsnelheid hoger wordt dan 80
km/h waarbij het motortoerental tussen
de 1.500 en 4.000 omw/min ligt, rijdend
in de 3e versnelling of in een hogere
versnelling gedurende ongeveer 30
minuten.
9-84
Als het benzineroetfilterlampje gaat
knipperen of de waarschuwingsmelding
"Check exhaust system" (controleer uit-
laatsysteem) wordt weergegeven, ook al
is met de auto gereden zoals hierboven
vermeld, adviseren wij u het benzineroet-
filtersysteem te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als het benzineroetfilterlampje gedurende
een langere periode knippert, kan er
schade ontstaan aan het roetfiltersysteem
en kan het brandstofverbruik toenemen.
WAARSCHUWING
(GPF)
Benzine indien uitgerust met een
benzineroetfilter)
We raden u aan alleen de gereguleerde
benzine te gebruiken, wanneer uw voer-
tuig uitgerust is met het G F-systeem.
Wanneer u andere benzine gebruikt
die niet-gespecificeerde additieven
bevatten, kunnen ze het G F-systeem
beschadigen en problemen met de
uitlaatemissie veroorzaken.