Noodsituaties
AANWIJZING
Als een van de onderstaande gebeurt,
raden we u aan het systeem te laten
controleren bij een officiële HYUNDAI-
dealer.
1. Het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning/controlelampje storing
TPMS gaat niet gedurende 3 secon-
den branden nadat het contact in
stand ON is gezet of de motor is
gestart.
2. Controlelampje storing de TPMS
blijft branden nadat hij circa 1 minuut
heeft geknipperd.
3. De waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning blijft branden.
8-14
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning en
aanduiding bandenspanning
Wanneer de waarschuwingslampjes van
het controlesysteem lage bandenspanning
branden
(en
Waarschuwingsbericht
weergegeven op het LCD-display op het
bedieningspaneel), is de bandenspanning
van een of meerdere band(en) te laag.
Het waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning geeft aan welke band
een te lage bandenspanning heeft.
Wanneer een van deze waarschuwings-
lampjes gaat branden, verminder dan
onmiddellijk snelheid, vermijd scherp
aansnijden van bochten en anticipeer op
een langere remweg. Zet de auto zo snel
mogelijk stil en controleer de banden.
Breng de banden op de juiste spanning
zoals aangegeven op het voertuigplaatje
of het banden-spanningslabel op de mid-
denstijl aan bestuurderszijde. Reset het
TPMS vervolgens volgens de resetproce-
dure voor het TPMS.
Vervang de band met een te lage banden-
spanning door het reservewiel als u geen
tankstation kunt bereiken of als de band
lek is.
Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning blijft branden en het controle-
lampje storing TPMS knippert mogelijk
gedurende ongeveer 1 minuut en blijft ver-
volgens branden tot de band met de lage
bandenspanning is gerepareerd en onder
de auto is gemonteerd.
OBC3040013