Handhaving van beeld van de
achteruitrijcamera
Het beeld van de achteruitrijcamera blijft
op het scherm om u te helpen bij het
parkeren.
Werking
Zet de versnelling van R (Achteruit) in N
(Neutraal) of D (Rijden), het beeld van
de achteruitrijcamera verschijnt op het
scherm.
Voorwaarden voor uitschakelen
Wanneer de snelheid van het voertuig
hoger is dan 10 km/u, wordt het
beeld
van
de
uitgeschakeld.
Zet de versnelling in P (Parkeren), het
beeld van de achteruitrijcamera wordt
uitgeschakeld.
Beeld van de achteruitrijcamera
tijdens het rijden
(indien van toepassing)
De bestuurder kan het beeld van de ach-
teruitrijcamera op het scherm controle-
ren tijdens het rijden, om te helpen bij het
veilig rijden.
Werking
Druk op de Parkeer-/weergaveknop (1)
terwijl de versnelling in D (Rijden) of N
(Neutraal) staat, het beeld van de ach-
teruitrijcamera verschijnt op het scherm.
achteruitrijcamera
OBC3070045
Voorwaarden voor uitschakelen
Druk nogmaals op de Parkeer-/weer-
gaveknop (1), het beeld van de achter-
uitrijcamera wordt uitgeschakeld.
Druk op een van de knoppen van het
infotainmentsysteem (2), het beeld
van
de
achteruitrijcamera
uitgeschakeld.
Schakel de versnelling naar P (Parkeren),
het beeld van de achteruitrijcamera
wordt uitgeschakeld.
In werking
Als de versnelling tijdens het rijden
in R (Achteruit) wordt gezet terwijl
het beeld van de achteruitrijcamera
op het scherm wordt weergegeven,
schakelt het scherm over naar het
beeld van de achteruitrijcamera met
parkeergeleiding.
Wanneer tijdens het rijden het beeld
van de achteruitrijcamera op het
scherm wordt weergegeven, verschijnt
er een pictogram ( ) aan de rechter-
bovenzijde van het scherm om aan te
geven dat het beeld van de achteruit-
rijcamera wordt weergegeven.
07
wordt
7-105