Instrumentenpaneel
3
ich in
Onderwerpen
Om het verlichtingsniveau aan te passen.
Verlichting
One touch-draai-
wanneer de hendel van de richtingaanwijzers lichtjes wordt bewogen.
indicator
Zie voor meer informatie "Verlichting" in hoofdstuk 5.
Helderheid
omgevingslicht
In- en uitschakelen van de High Beam Assist functie. Zie "High Beam Assist
HBA (High Beam
(HBA)" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Assist)
De gegeven informatie kan verschillen, afhankelijk van welke functies van toepassing
zijn op uw auto.
i
Onderwerpen
Automatische
vergrendeling
Automatische
Ontgrendelen
4-30
Niveau 1~20
Off (Uit): De
n druk richtingaanwijzerfunctie zal worden gedeactiveerd.
3, 5, 7 Flitsen: De richtingaanwijzers zullen 3, 5, of 7 keer knipperen
Off (Uit)
Niveau 1/2/3/4
Inschakelen op schakelen: Alle portieren worden automatisch vergrendeld
als de schakelknop wordt verschoven van de P (Parkeren) naar de R
(Achteruitrijden), N (Neutraal) of D (Aandrijving) positie (alleen als de motor
draait)
Inschakelen op snelheid: Alle portieren worden automatisch vergrendeld
als een snelheid van 15 km/h wordt bereikt.
Off (Uit): De centrale vergrendeling wordt uitgeschakeld.
Tijdens het schakelen naar P: Alle portieren worden automatisch
ontgrendeld als de schakelknop in de P (parkeren) positie wordt gezet
(alleen als de motor draait).
Aan sleutel eruit/Auto uit: Alle portieren worden automatisch ontgrendeld
als de contactsleutel uit het contactslot wordt verwijderd of als de Engine
Start/Stop-knop in de stand OFF wordt gezet.
Off (Uit): De centrale ontgrendeling wordt uitgeschakeld.
Toelichting
Toelichting