Airconditioning
Druk op de toets A/C handmatig om
de airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Stand OFF
Druk op toets OFF voorin om het ver-
warmings- en ventilatiesysteem uit te
schakelen.
Het is echter nog steeds mogelijk om de
luchttoevoertoetsen te bedienen zolang
het contact in stand ON staat.
Het klimaatregelsysteem gaat echter aan
als u de keuzetoetsen indrukt.
Werking systeem
Ventilatie
1. Selecteer de gezichtsniveau
modus.
2. Stel de luchttoevoerbediening in op
koud.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste
waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
OBC3050116
Verwarmen
1. Selecteer de Stand Floor
2. Stel de luchttoevoerbediening in op
koud.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste
waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
5. Schakel de airconditioning desgewenst
in met de temperatuurregelknop
op warme lucht om de lucht te
ontvochtigen voordat deze de cabine
binnenkomt.
Selecteer de Floor & Defrost
of druk op de voorruitverwarming
modus wanneer de voorruit beslaat.
OBC3050117
05
modus.
modus
5-71