OPMERKING
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen om de optimale prestaties van de
detectiesensor te behouden:
Demonteer NOOIT de detectiesensor
of de sensormodule, oefen er geen
kracht op uit.
Als de detectiesensor is vervangen
of gerepareerd, raden wij u aan uw
voertuig te laten inspecteren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
De correcte werking van het Parking
Assist kan verstoord raken als de
bumperhoogte of de inbouwpositie
van de ultrasoonsensor is gewijzigd
of als de bumper of een sensor
beschadigd is. Achteraf gemonteerde
accessoires kunnen het bereik van de
sensoren beïnvloeden.
Als de ultrasoonsensor bedekt is met
sneeuw, vuil of water werkt deze
mogelijk niet goed totdat deze weer
schoon en droog is gemaakt met een
zachte doek.
Niet drukken, krassen of slaan op
de ultrasoonsensor. De sensor kan
beschadigd raken.
Spuit niet met een hogedrukreiniger
direct op de ultrasoonsensoren of de
omgeving ervan.
Systeeminstelling
Instellingsfuncties voor het systeem
Waarschuwingsvolume
Met draaiende motor selecteert u
in het instellingenmenu om het waar-
schuwingsvolume te wijzigen in 'High',
'Medium' of 'Low' voor de Parking Assist.
Als u het Waarschuwingsvolume wijzigt,
kan de Waarschuwingsvolume van ande-
re systemen daardoor veranderen.
07
OBC3070115TU
7-141