Bestuurder hulpsysteem
Signaleren van voertuigen
In de volgende gevallen worden auto's
op uw rijstrook mogelijk niet door de
sensor gedetecteerd:
- Auto's die aan één kant rijden
- Langzaam rijdende of plotseling
afremmende voertuigen
- Tegemoetkomende auto's
- Stilstaande voertuigen
- Voertuigen met een klein achterpro-
fiel, zoals aanhangers
- Smalle voertuigen, zoals motorfietsen
of fietsen
- Speciale voertuigen
- Dieren en voetgangers
Pas uw voertuigsnelheid aan door het
rempedaal te bedienen, afhankelijk van
de weg en de rijomstandigheden.
7-90
In de volgende gevallen wordt het
OJX1079181
ervoor rijdende voertuig mogelijk niet
door de sensor gedetecteerd:
- Auto's met een grotere bodemvrijheid
of auto's met ladingen die uit de
achterkant van het voertuig steken
- Auto's die aan de voorzijde hoger zijn
vanwege zware ladingen
- U stuurt uw auto
- Rijden op smalle of erg bochtige
wegen
Pas uw voertuigsnelheid aan door het
rempedaal te bedienen, afhankelijk van
de weg en de rijomstandigheden.
Wanneer een voorligger op een
kruispunt verdwijnt, kan uw voertuig
versnellen.
Let tijdens het rijden altijd op de wegen
rijomstandigheden.
OBC3070011
OTM058129