OPMERKING
Mogelijk gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning in de winter of bij
koud weer branden als de banden bij
warm weer op de aanbevolen spanning
zijn gebracht. Het betekent niet dat
uw TPMS defect is, omdat de lagere
temperatuur een evenredig lagere
bandenspanning tot gevolg heeft.
Controleer de bandenspanning en stel
deze af wanneer u van een warm gebied
naar een koud gebied of vice versa
rijdt, of wanneer de buitentemperatuur
aanmerkelijk toe- of afneemt.
Reset het TPMS vervolgens volgens de
resetprocedure voor het TPMS.
Het TPMS wordt mogelijk niet goed
gekalibreerd in de volgende omstan-
digheden.
- U hebt het TPMS niet op de juiste
manier gereset.
- U gebruikt geen originele banden.
- U rijdt op een besneeuwd of glad
wegdek.
- U accelereert of vertragen snel of
verdraait het stuurwiel.
- U rijdt te langzaam of te hard.
- De banden zijn zwaar en ongelijkmatig
belast.
- Er wordt een reservewiel gebruikt of er
zijn sneeuw- kettingen gemonteerd.
WAARSCHUWING
Schade door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning zorgt
ervoor dat de auto instabiel wordt en
kan ervoor zorgen dat u de controle
over de auto verliest en dat de remweg
wordt verlengd.
Doorrijden op banden met een te lage
spanning heeft oververhitte en defecte
banden tot gevolg.
Controlelampje
storing TPMS
(Controlesysteem
Lage Bandenspanning)
Het controlelampje storing TPMS gaat
branden nadat het ongeveer 1 minuut
heeft geknipperd wanneer er een pro-
bleem is met het controlesysteem lage
bandenspanning (TPMS).
We raden u aan het systeem door een
officiële HYUNDAI-dealer na te laten
kijken.
AANWIJZING
Als er een storing is van het TPMS, zal
de waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning niets weergegeven,
zelfs wanneer de auto een te zacht
opgepompte band heeft.
08
8-15