Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampje
laadsysteem
i
ch
in
n
Wanneer zich een storing voordoet
met betrekking tot de dynamo of het
elektrische laadsysteem.
ich
n
in
in
i ch
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer
of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of gebroken is.
Als de dynamoriem in orde is, bevindt
het probleem zich in het laadsysteem.
Als dit gebeurt, raden wij u de auto te
laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
4-14
n-
n
h
-
Waarschuwingslampje
oliedruk van de motor
i
ch
in
n
Wanneer de oliedruk van de motor laag
is.
i
n
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand.
2. Controleer het motoroliepeil wanneer
de motor uit is (Zie voor meer infor-
matie "Motorolie" in hoofdstuk 9).
Vul indien nodig olie bij wanneer het
peil laag is.
Adviseren we u de auto te laten zo
snel mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
blijft branden of als er geen olie
beschikbaar is.
AANWIJZING
Als de motor niet direct uit wordt
gezet nadat het Oliedruklampje is
gaan branden, kan er ernstige motor-
schade ontstaan.
Wanneer het waarschuwingslampje
aan blijft terwijl de motor loopt, dan
betekent dit dat er een groot probleem
kan zijn met de motor, schade of
slechte werking. In dat geval:
1. De auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats tot stilstand brengen.
2. Controleer het motoroliepeil wan-
neer de motor uit is. Vul indien
nodig olie bij tot het juiste niveau.
3. Start nogmaals de motor. Wanneer
het waarschuwingslampje aan
blijft terwijl de motor loopt, zet
dan de motor onmiddellijk uit. In
dat geval adviseren we u de auto te
laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
n-
i