RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS
Ruitenwisser/-sproeier voorruit
Ruitenwisser/-sproeier achterruit
A : Snelheidsregelknop ruitenwissers
· MIST (
) – Éénmaal wissen
· OFF (O) – Off
· INT (---) – Intervalstand wissen
· AUTO* - Automatisch wissen
· LO (1) - Lage wissersnelheid
· HI (2) - Hoge wissersnelheid
: Instelling lengte Interval
C: Wissen met korte slagen (voor)
(trek de hendel naar u toe)
D: ediening achterruitwisser
· 2 – Hoge wissersnelheid
· 1 – Lage wissersnelheid
· O – Off
E: Wassen met korte vegen (achterkant)
(duw de hendel van u af)
*: indien van toepassing
Ruitenwissers voor
De werking is als volgt als het contact in
stand ON staat.
MIST (
OFF (O) : Ruitenwisser uitgeschakeld.
OPDE046058
INT (---): De ruitenwissers werken met
AUTO : De regensensor bovenaan op de
OPDE046060
LO (1) : De ruitenwisser draait op een
HI (2) : De ruitenwisser draait op een
Informatie
i
aa
alvorens de ruitenwissers te ge rui en of
ontdooi de voorruit gedurende 10 min.
nders wer en de ruitenwissers mogelij
niet goed en unnen ze eschadigd ra en.
ls u sneeuw en of ijs niet verwijdert
voordat u de ruitenwisser en ruitensproeier
ge rui t, an er schade ontstaan aan het
ruitenwisser- en ruitensproeiersysteem.
): Voor een enkele wiscyclus,
duw de hendel omhoog en
laat los. De ruitenwissers zul-
len blijven werken zolang de
schakelaar in deze stand
wordt gehouden.
regelmatige intervallen. Draai
aan de snelheidsregelknop om
de snelheid te wijzigen (B).
voorruit registreert de hoeveel-
heid regen en schakelt de rui-
tenwisser automatisch in met de
juiste snelheid/intervaltijd. Hoe
harder het regent, hoe hoger de
wissersnelheid. Als het ophoudt
met regenen, wordt de ruitenwis-
ser automatisch uitgeschakeld.
Draai aan de snelheidsregelknop
om de snelheid te wijzigen.
lagere snelheid.
hogere snelheid.
de ruit vrij van sneeuw en ijs
05
5-53