Bestuurder hulpsysteem
WAARSCHUWING
Het detectiebereik van de achterste
hoekradar wordt bepaald door de
standaard wegbreedte, dus op een
smalle weg kan het systeem andere
auto's in de volgende rijstrook detec-
teren en u waarschuwen. Op een
brede weg kan het systeem daarente-
gen een voertuig dat op de volgende
rijstrook rijdt mogelijk niet detecteren
en u niet waarschuwen.
Wanneer het waarschuwingsknipper-
licht brandt, werkt de botsingswaar-
schuwing door de richtingaanwijzer
niet.
Informatie
Als de bestuurdersstoel zich aan de linker-
kant bevindt, kan de botsingswaarschu-
wing optreden wanneer u linksaf slaat.
Houd een goede afstand met de voertuigen
op de linker rijstrook. Als de bestuurders-
stoel zich aan de rechterzijde bevindt, kan
de botsingswaarschuwing optreden wan-
neer u naar rechts afslaat. Houd een goede
afstand met de voertuigen op de linker
rijstrook.
7-40
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen bij het gebruik van het Blind-Spot
Safety-systeem:
Wijzig voor uw veiligheid de instel-
lingen nadat u het voertuig op een
veilige plaats hebt geparkeerd.
Als het waarschuwingsbericht van
een ander systeem wordt weerge-
geven of als er een geluidssignaal
wordt gegenereerd, wordt het waar-
schuwingsbericht van het Blind-Spot
Safety-systeem mogelijk niet weer-
gegeven en wordt er mogelijk geen
geluidssignaal gegenereerd.
Het is mogelijk dat u het waarschu-
wingsgeluid van
Safety-systeem niet hoort als de
omgeving lawaaierig is.
Het Blind-Spot Safety-systeem kan de
bestuurder te laat of niet waarschu-
wen, afhankelijk van de weg en de
rijomstandigheden.
De bestuurder moet het voertuig te
allen tijde onder controle houden.
Vertrouw niet alleen op het Blind-
Spot Safety-systeem. Bewaar altijd
voldoende remafstand tot de voorlig-
ger, zodat u de auto veilig tot stilstand
kunt brengen en trap indien nodig het
rempedaal in om de rijsnelheid te ver-
lagen of om de auto te stoppen.
het Blind-Spot