Gordijn airbags (indien van
toepassing)
De gordijn airbags bevinden zich langs
de rand van het dak boven de voor- en
achterportieren.
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde aanrij-
dingen van opzij de hoofden van de voor-
ste inzittenden en de passagiers op de
buitenste achterstoelen te beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen van
opzij geactiveerd te worden, afhankelijk
van de ernst.
Bij auto's met een rollover-sensor worden
de zijairbags en/of curtain airbags aan
beide zijden van de auto geactiveerd als
(een kans op) het over de kop slaan van
de auto wordt gedetecteerd.
De curtain airbags zijn niet ontworpen om
bij alle aanrijdingen van opzij of situaties
waarbij de auto over de kop kan slaan
opgeblazen te worden.
Hang om veiligheidsredenen geen zware
voorwerpen aan de garderobehaken.
Verminder het risico op ernstig letsel of
overlijden door een opgeblazen gordijn
airbags en houdt u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
Alle inzittenden op de stoel moeten te
allen tijde veiligheidsgordels dragen
om de inzittenden op de juiste plaats
te houden.
Het kinderzitje moet zo ver als
mogelijk van het portier worden
geplaatst.
Plaats geen voorwerpen op de airbag.
OAC3039021TU
Ook, bevestig geen enkel voorwerp
rond het gebied waar de airbag
opgeblazen wordt zoals de deur, het
glas van de zijdeur, voor- of achterstijl,
zijde dakrails.
Hang hier alleen kleding aan, en zeker
geen harde of breekbare voorwerpen.
Bij een ongeval kunnen deze de auto
beschadigen of persoonlijk letsel
veroorzaken.
Laat passagiers niet met het hoofd of
OAC3039022TU
andere delen van het lichaam tegen
het portier leunen, steek de armen
niet uit het raam en plaats geen
voorwerpen tussen de stoelen en de
portieren.
Open of repareer de zij airbags.
WAARSCHUWING
03
3-47