Lane Following Assist is ontworpen om
rijstrookmarkeringen en/of auto's op de
weg te helpen detecteren, en helpt de
bestuurder bij het sturen om het voertuig
op de rijstrook te helpen centreren.
Detectiesensor
[1]: Frontcamera
De frontcamera wordt gebruikt als een
detectiesensor om rijstrookmarkeringen
en voorliggers te detecteren.
Zie de bovenstaande afbeelding voor de
gedetailleerde locatie van de detectie-
sensor.
OPMERKING
Zie voor meer details over de voor-
zorgsmaatregelen van de frontcame-
ra, het hoofdstuk "Forward Collision-
Avoidance Assist (FCA)" in hoofdstuk 7.
Systeeminstelling
Instelfuncties voor het systeem
Inschakelen/uitschakelen van het sys-
teem
Druk met draaiende motor kort op de
knop Lane Driving Assist op het stuurwiel
OBC3070001
om Lane Following Assist in te schakelen.
Het witte of groene
het instrumentenpaneel gaat branden.
Druk nogmaals op de knop om het
systeem uit te schakelen.
07
OBC3070012
controlelampje op
7-99