Handige functies van uw auto
Automatische verwarming en
airconditioning
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen
de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en
de airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.
2. Druk op de temperatuurschakelaar om
de gewenste temperatuur in te stellen.
Als de temperatuur op de laagste
stand (LO) wordt ingesteld, werkt de
airconditioning doorlopend.
Druk op een van de volgende toetsen
om de automatische werking uit te
schakelen:
- Luchtcirculatietoets
- Toets voorruitontwaseming
(Druk de toets nogmaals in om de
voorruit ontwasemingsfunctie te
deselecteren. Het teken 'AUTO' wordt
nogmaals op het informatiescherm
weergegeven.)
5-66
- Regeling ventilatorsnelheid
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de andere
functies automatisch werken.
Voor uw gemak kunt u de toets AUTO
gebruiken en de temperatuur instellen
op 22°C.
OBC3050110
Informatie
i
laats geen voorwerpen in de uurt van de
sensor, zodat een optimale wer ing van het
verwarmings- en airconditionings systeem
gegarandeerd lijft.
OBC3050111
OAI3059112I