Bestuurder hulpsysteem
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len bij het gebruik van het Rear Cross-
Traffic Safety-systeem:
Wijzig voor uw veiligheid de instel-
lingen nadat u het voertuig op een
veilige plaats hebt geparkeerd.
Als het waarschuwingsbericht van
een ander systeem wordt weerge-
geven of als er een geluidssignaal
wordt gegenereerd, wordt het waar-
schuwingsbericht van het Rear Cross-
Traffic Safety-systeem mogelijk niet
weergegeven en wordt er mogelijk
geen geluidssignaal gegenereerd.
Het is mogelijk dat u het waarschu-
wingsgeluid van het Rear Cross-
Traffic Safety-systeem niet hoort als
de omgeving lawaaierig is.
Rear Cross-Traffic Safety-systeem
werkt mogelijk niet als de bestuurder
het rempedaal indrukt om een
aanrijding te voorkomen.
Tijdens de werking van het Rear
Cross-Traffic Safety-systeem kan
het voertuig plotseling stoppen en
daardoor passagiers verwonden en
losse voorwerpen verschuiven. Houd
de veiligheidsgordel altijd om en zet
losse voorwerpen vast.
Zelfs als er een probleem is met de
remregelfunctie van het Rear Cross-
Traffic Safety-systeem, werkt het
remsysteem in basis normaal.
Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem
werkt niet in alle situaties of kan niet
alle aanrijdingen vermijden.
Tijdens de noodstop wordt de rembe-
diening door het systeem automatisch
geannuleerd wanneer de bestuurder
het gaspedaal hard indrukt.
7-120
De bestuurder blijft verantwoordelijk
voor de bediening van de auto.
Vertrouw niet blindelings op het Rear
Cross-Traffic Safety-systeem. Bewaar
altijd voldoende remafstand tot de
voorligger, zodat u de auto veilig
tot stilstand kunt brengen en trap
indien nodig het rempedaal in om de
rijsnelheid te verlagen of om de auto
te stoppen.
Bedien nooit opzettelijk het Rear
Cross-Traffic Safety-systeem op men-
sen, dieren, voorwerpen, enz. Het kan
ernstig letsel of de dood veroorzaken.
OPMERKING
Afhankelijk van de status van ESC
(Elektronische Stabiliteitsregeling) is
het mogelijk dat de rembediening niet
goed werkt.
Er zal alleen een waarschuwing volgen
wanneer:
- Het
waarschuwingslampje
(Elektronische Stabiliteitsregeling)
brandt
- ESC (Elektronische Stabiliteitsre-
geling) in een andere functie actief is
Informatie
Als het systeem u assisteert bij het rem-
men, moet de bestuurder goed oplet-
ten, want de remassistentie zal binnen 2
seconden eindigen. De bestuurder moet
onmiddellijk het rempedaal intrappen
en de omgeving van het voertuig contro-
leren.
De rembediening eindigt wanneer de
bestuurder het rempedaal met voldoende
kracht intrapt.
a het schakelen van de versnelling in R
(Achteruit) zal de rembediening één keer
werken bij het naderen van de linker- en
rechterzijde van het voertuig.
ESC