Waarschuwingsvolume
Met draaiende motor selecteert u
in het instellingenmenu om het waar-
schuwingsvolume te wijzigen in 'High',
'Medium' of 'Low' voor de Blind-Spot
Safety-systeem.
Als u het Waarschuwingsvolume wijzigt,
kan de Waarschuwingsvolume van
andere systemen daardoor veranderen.
OPMERKING
De instelling van de waarschuwingsti-
ming en het waarschuwingsvolume
geldt voor alle functies van de Blind-
Spot Safety-systeem.
Als de voertuigen met hoge snel-
heid naderen kan de initiële waar-
schuwingstiming laat lijken, ook al
is 'Normal' voor de waarschuwingsti-
ming geselecteerd.
Selecteer 'Late' voor de waarschu-
wingstiming wanneer er weinig ver-
keer is en wanneer de rijsnelheid laag
is.
Werking systeem
Systeemwaarschuwing
OTM070141L
Voertuigdetectie
Om de bestuurder te waarschuwen
dat een voertuig wordt gedetecteerd,
gaat het waarschuwingslampje op de
buitenspiegel branden.
Het systeem werkt wanneer de snelheid
van uw voertuig hoger is dan 20 km/u
en de snelheid van het voertuig in de
dode hoek hoger is dan 10 km/u.
Collision warning
De Collision warning werkt wanneer de
richtingaanwijzer in de richting van het
gedetecteerde voertuig.
Om de bestuurder te waarschuwen
voor een aanrijding knippert het waar-
schuwingslampje op de buitenspiegel.
Tegelijkertijd klinkt er een geluidssig-
naal.
Wanneer de richtingaanwijzer wordt
uitgeschakeld of u van rijstrook ver-
wijdert, wordt de botsingswaarschu-
wing geannuleerd en keert het systeem
terug naar de staat van voertuigdetec-
tie.
07
ORG3070025
7-39