Inhoudsopgave
Advertenties
4.11.3 De tip van de IUUS-probe op 0° terugzetten
Afbeelding 4-33. Druk de hendel in en duw deze naar voren om de tip van de IUUS-probe op 0° terug te zetten.
4.11.4 Aanvullende ablaties op hetzelfde myoom
Om een aanvullende ablatie uit te voeren op hetzelfde myoom, moeten de naaldelektroden en de introducer
worden teruggetrokken en moet de SMART Guide in positie gebracht worden; zie Afbeelding 4-34. Als het
doel van de aanvullende ablatie is om meer van het myoom te verwijderen, verplaatst u het instrument zo
dat gericht wordt op een deel van het myoom dat er op het scherm als onbehandeld myoom uitziet (in het
algemeen donkerder dan het behandelde weefsel). Behandeld weefsel ziet er bij beeldvorming lichter uit
door de aanwezigheid van gassen vanwege de hogere temperatuur.
•
Trek de naaldelektroden (bedieningselement 4) volledig terug door de naaldelektrodenschuiven naar
de kabels van het behandelinstrument te schuiven.
•
Trek de introducer (bedieningselement 3) volledig terug door de introducerschuiven naar de kabels
van het behandelinstrument te schuiven.
•
Begin te plannen voor de volgende ablatie door de SMART Guide met de SMART Control in positie
te brengen.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Hoofdstuk 4: Sonata-procedure voor transcervicale ablatie van myomen
79
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
