2.4.1
Voorpaneel en verlicht scherm
Het verlichte display van de RF-generator geeft algemene informatie weer over de RF-ablatiecyclus. Deze
informatie hoeft niet gemonitord te worden. Alle informatie die van belang is voor de ingreep, wordt op het
SMART Tablet weergegeven.
2.4.2
Geleidelijke verhoging van het vermogen en modulatie
RF-ablatie wordt ingeleid met een periode waarin het vermogen geleidelijk toeneemt, beperkt tot een
maximum van 150 watt. Gedurende deze periode neemt de temperatuur van de naaldelektroden, gemeten
aan de tip, toe van lichaamstemperatuur tot de doeltemperatuur van 105 °C (221 °F).
De stijgtijd varieert en is afhankelijk van de samenstelling van het weefsel en de grootte van de geplande
ablatiezone. De stijgtijd bedraagt 1 tot 4 minuten. Als de stijgparameters abnormaal zijn, geeft het systeem
een waarschuwing aan de gebruiker en vraagt deze om actie te ondernemen.
2.4.3
Regeling van de temperatuur bij RF-ablatie
Het Sonata-systeem reguleert het vermogen automatisch om een doeltemperatuur van 105 °C (221 °F) in
stand te houden. Deze temperatuur wordt gedurende een vooraf bepaalde tijd in stand gehouden op basis
van de door de gebruiker geselecteerde ablatiegrootte.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Hoofdstuk 2: Overzicht van het Sonata-systeem
24