Inhoudsopgave
Advertenties
ALLEEN VOOR GEBRUIK VOOR INTRACORPORALE ECHOGRAFIE
Echografietransducers moeten worden gebruikt zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. De transducer mag niet buiten het lichaam van de patiënt worden
geactiveerd, omdat de transducerconstructie, als deze zo geactiveerd zou worden, niet zou
voldoen aan de vereisten voor elektromagnetische conformiteit en schadelijke storing van
30
andere apparatuur in de omgeving kan veroorzaken. Als er storing wordt waargenomen,
mag u pas verdergaan wanneer de storing op juiste wijze is opgelost. Wanneer transducers
gedurende langere tijd worden gebruikt, kunnen ze hitte voortbrengen. De transducers
hebben geen voorzieningen om door hitte veroorzaakte brandwonden te voorkomen;
daarom is het voor veilig gebruik vereist dat de transducers alleen worden aangebracht op
de plaatsen en op de wijze zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
1.11 Aandachtspunten
De volgende aandachtspunten identificeren bekende bewerkingen, procedures of praktijken die onmiddellijk
moeten worden aangepakt om het risico op ongewenste uitkomsten of materiële schade te voorkomen.
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Voor het Sonata-systeem gelden speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot
elektromagnetische compatibiliteit (EMC); daarom moet het systeem worden geïnstalleerd en
opgesteld, zoals geconfigureerd door Gynesonics. Het Sonata-systeem is in de configuratie op de
systeemwagen door een Gynesonics-vertegenwoordiger op EMC getest. Probeer NIET om het
1
Sonata-systeem uit elkaar te nemen zoals het in de systeemwagen geïnstalleerd is, om in een
andere configuratie te worden gebruikt. Plaatsing van andere apparatuur die elektromagnetische
straling produceert naast de systeemhardware kan invloed uitoefenen op de naleving van de
geteste normen door het systeem. Geen aanvullende apparatuur afgezien van die welke als deel
van het systeem is vermeld, is gecertificeerd voor stapeling op of plaatsing naast de componenten.
OPEN CONNECTORS
Elektrische connectors aan kabels van het hulpmiddel mogen NIET worden ondergedompeld,
2
met name tijdens het reinigen. Dit zou de instrumenten kunnen beschadigen. Raadpleeg de
instructies voor herverwerking van de IUUS-probe voor beperkingen op onderdompeling.
OPENINGEN IN COMPONENTEN
Blokkeer openingen in componenten van het Sonata-systeem, zoals koelopeningen voor het
3
SMART Tablet en de RF-generator, NIET. Gebeurt dit wel, dan kan dit leiden tot een verkorting
van de levensduur van het product of tot oververhitting van de apparatuur.
ALLEEN GESPECIFICEERDE COMPONENTEN AANSLUITEN
Sluit alleen artikelen aan die gespecificeerd zijn als deel van het Sonata-systeem of die in deze
gebruiksaanwijzing als compatibel gespecificeerd zijn. Niet-gespecificeerde configuraties voldoen
4
mogelijk niet aan de vereisten van IEC 60601-1 inclusief plaatselijke afwijkingen daarvan.
Iedereen die niet-gespecificeerde apparatuur aansluit, is er verantwoordelijk voor te bevestigen
dat de nieuwe configuratie aan deze norm voldoet.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
WAARSCHUWINGEN
AANDACHTSPUNTEN
Hoofdstuk 1: Algemene informatie
12
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
