PATIËNTENPLATEN MODIFICEREN
De patiëntenplaten mogen op GEEN enkele wijze bijgesneden of gemodificeerd worden.
4
Gebruik van onvolledige patiëntenplaten op de patiënt zou leiden tot hogere concentratie
van energie en mogelijk tot brandwonden van de huid.
CONTACT VAN ANDERE MATERIALEN MET DE PATIËNTENPLATEN
Patiëntenplaten moeten zodanig worden geplaatst dat ze geen contact maken met elkaar of
5
met opgehoopte geleidende vloeistof zoals bloed of fysiologische zoutoplossing. Dergelijk
contact zou leiden tot een onbedoelde verstrooiing van energie en mogelijk tot brandwonden.
PATIËNTENPLATEN VERVANGEN
De patiëntenplaat mag nadat hij aanvankelijk is aangebracht NIET opnieuw gebruikt of
verplaatst worden. Als een patiëntenplaat tijdens de ingreep moet worden verplaatst, moet
6
hij door een NIEUWE patiëntenplaat worden vervangen. Als een patiëntenplaat opnieuw
wordt aangebracht, zou dit kunnen leiden tot een slechte adhesie aan de huid, waardoor
thermisch letsel van de huid kan ontstaan.
BEWEGEN VAN DE PATIËNT NA AANBRENGEN VAN DE PATIËNTENPLATEN
Als een patiënt tijdens de ingreep wordt verplaatst, inspecteert u opnieuw of de
7
patiëntenplaten goed geplaatst zijn en goed aan de huid kleven, omdat ze mogelijk
losgeraakt of losgetrokken zijn tijdens de verplaatsing; daardoor zouden ze slecht of
gedeeltelijk contact met de huid maken.
NIET BEHANDELEN ALS DE PATIËNTENPLAAT VANWEGE EEN KLEINE BEENOMTREK VAN DE
PATIËNT OVERLAPT
Als de dijbenen van de patiënt een kleinere omtrek hebben dan 28 cm, zodat de
8
patiëntenplaten er helemaal omheen kunnen worden gewikkeld en met zichzelf overlappen,
mag de patiënt niet met het Sonata-systeem worden behandeld. Daardoor zou energie over
een kleiner oppervlak worden geconcentreerd dan de bedoeling is en zou thermisch letsel
van de huid kunnen ontstaan.
RISICO VAN BRANDWONDEN OP DE HUID
Bij het gebruik van alle elektrochirurgische apparatuur bestaat een risico van brandwonden
op de huid. De patiëntenplaten en hun gebruiksaanwijzing met betrekking tot de juiste
9
plaatsing dienen om dit risico tot een minimum te beperken en niet om het uit te sluiten.
Het risico van brandwonden op de plaats van een of beide patiëntenplaten neemt mogelijk
toe wanneer de RF-ablatieperioden langer zijn en er meer vermogen wordt gebruikt.
ANDERE PATIËNTENPLATEN GEBRUIKEN
Gebruik NIET gelijktijdig andere patiëntenplaten ('aardingsplaten') van een ander systeem
en plaats deze niet in contact met of in de onmiddellijke nabijheid van patiëntenplaten. Zorg
10
dat retourcircuits, waaronder andere elektrisch geleidende hulpmiddelen of gereedschap, of
de kabels daarvan, GEEN contact maken met enig deel van de patiëntenplaten. Zorg dat
GEEN andere elektroden van andere elektrochirurgische systemen op de patiënt worden
gebruikt en niet tegelijkertijd op hun respectievelijke systemen worden aangesloten.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Hoofdstuk 3: Voorbereiding voor de behandeling
WAARSCHUWINGEN
44