Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektromagnetische Interferentie (Emi); Elektromagnetische Gevoeligheid; Geen Modificaties In Het Systeem Aanbrengen; Aanraking Van De Patiënt Met De Aarde Vermijden - Gynesonics SONATA2-110 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

ELEKTROMAGNETISCHE INTERFERENTIE (EMI)

Gebruik van het Sonata-systeem kan elektromagnetische storing of andere storing
veroorzaken. Het kan nodig zijn om corrigerende maatregelen te nemen, zoals het
vermijden van gelijktijdig gebruik, het heroriënteren/verplaatsen van de RF-generator of
9
het anders leiden van kabels om te voorkomen dat ze elkaar overlappen, aansluiten van de
apparatuur op een afzonderlijk stopcontact, of heroriënteren of verplaatsen van het
storende apparaat. Raadpleeg de technische handleiding in bijlage B voor nadere
specificaties voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en aanbevolen
scheidingsafstanden.

ELEKTROMAGNETISCHE GEVOELIGHEID

Deze apparatuur is getest en voldoet aan de EMC-limieten voor het medische hulpmiddel
(EN/IEC 60601-1-2, CISPR 11 groep 1, klasse A). Deze limieten dienen om een redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een typische medische installatie; in
sommige gevallen van schommelingen in de ingangsstroom of van stroomstoten (snelle
elektrische stroomstoten, geleide immuniteit en spanningsdalingen/-onderbrekingen)
echter wordt naleving bewerkstelligd door middel van veilige uitschakeling in de stand-
bymodus. Als het apparaat op een EMI-voorval reageert door uit te schakelen, moet het
Sonata-systeem handmatig opnieuw worden gestart. De apparatuur brengt RF-energie
voort, gebruikt deze en kan deze uitstralen; als de apparatuur niet overeenkomstig deze
instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan hij schadelijke storing veroorzaken bij
andere apparatuur in de omgeving. Krachtens de norm EN/IEC 60601-2-2 wordt naleving
van uitgestraalde emissies alleen getest in de bedrijfsmodus; tijdens ablatie wordt echter
10
bekende storing voortgebracht die leidt tot een achteruitgang in de werking van nabije
AM-radio-ontvangers en andere apparatuur die gevoelig is voor de harmonische effecten
van de RF-generator. Draagbare RF-communicatieapparatuur (met inbegrip van perifere
apparatuur zoals antennekabels en externe antennes) mag niet worden gebruikt op minder
dan 30 cm (12 inch) afstand van enig onderdeel van het Sonata-systeem, inclusief door de
fabrikant gespecificeerde kabels. Anders zou de werking van deze apparatuur kunnen
verslechteren. Er is echter geen garantie dat zich in een bepaalde installatie geen storing
zal voordoen. Als deze apparatuur storing in andere apparatuur veroorzaakt, wordt de
gebruiker aangemoedigd de storing te corrigeren door het volgende te doen:
de storende apparatuur opnieuw te richten of te verplaatsen; de apparatuur aan te
sluiten op een stopcontact in een ander circuit dan dat waarop de andere
apparatuur is aangesloten;
raadpleeg de vertegenwoordiger van Gynesonics voor hulp.

GEEN MODIFICATIES IN HET SYSTEEM AANBRENGEN

Er mogen GEEN modificaties in instrumenten of hardware van Gynesonics worden
aangebracht, omdat wijzigingen de veiligheid en werking in gevaar kunnen brengen.
11
Gebruik van andere accessoires, transducers en kabels dan die door de fabrikant van deze
apparatuur worden gespecificeerd of geleverd, kan tot een toename in de
elektromagnetische emissies of een afname in de elektromagnetische immuniteit van deze
apparatuur en een onjuiste werking leiden.
AANRAKING VAN DE PATIËNT MET DE AARDE VERMIJDEN
Om de kans op onbedoelde brandwonden te verkleinen, moet u ervoor zorgen dat de
12
patiënt GEEN contact maakt met elektrisch geaarde metalen onderdelen met een
aanzienlijke aardcapaciteit (zoals het onderstel van een operatietafel).
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
WAARSCHUWINGEN
Hoofdstuk 1: Algemene informatie
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sonata2-220

Inhoudsopgave