Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veelvoorkomende Berichten Systeemsoftware - Gynesonics SONATA2-110 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Alarmen worden in de systeemlog geregistreerd op de harde schijf van het Sonata-systeem. De systeemlog
blijft bestaan wanneer het Sonata-systeem wordt uitgeschakeld. Het tijdstip waarop het systeem wordt
uitgeschakeld wordt in de systeemlog vastgelegd. Elke regel in de systeemlog wordt na voltooiing naar het
logbestand geschreven. Als het Sonata-systeem stroom verliest, ontbreekt maximaal één regel in de
systeemlog. De systeemlog wordt op de harde schijf van het Sonata-systeem opgeslagen. Wanneer de harde
schijf tot 80% is gevuld, wordt een bericht op het echografiedisplay weergegeven waarin de gebruiker wordt
gevraagd om ruimte vrij te maken door bestanden te verwijderen. Daarom is het zeer onwaarschijnlijk dat de
systeemlog niet op de harde schijf van het Sonata-systeem kan worden opgeslagen vanwege gebrek aan
beschikbare ruimte.
7.2.1

Veelvoorkomende berichten systeemsoftware

BE RICH T
Verplaats ruit naar tip. Druk op
Bevestigen om uit te lijnen.
Voer veiligheidsrotatie uit.
Druk op knop 'Bevestigen' om
verder te gaan.
Voer laatste veiligheidsrotatie uit.
Druk op knop 'Bevestigen' om
verder te gaan.
Systeem klaar.
Druk het voetpedaal in om RF te
activeren.
RF-ablatie wordt uitgevoerd.
Houd instrument stabiel.
Gebruiker heeft RF-ablatie gestopt.
{0:00} resterend. Druk op knop
'Bevestigen' om opnieuw te starten.
Stel probe in op 0°
of plan de volgende ablatie.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
H EL P E N TOE LICH TIN G
Gebruik de SMART Control om de ruitvormige markering voor de
introducertip zodanig uit te lijnen dat deze zich direct boven de
introducertip in het beeld bevindt. Druk op de knop 'Bevestigen' om de
uitlijning van de SMART Guide op de introducer te voltooien.
Geen.
Voer een veiligheidsrotatie uit voorafgaande aan de RF-ablatie en druk op
de knop 'Bevestigen' om de RF-generator in de status KLAAR te zetten.
Druk het voetpedaal in om de RF-ablatie te activeren.
Beweeg het behandelinstrument of de bedieningselementen ervan NIET
tijdens de RF-ablatie.
De gebruiker heeft de RF-ablatie beëindigd voordat deze voltooid was. Klik
op 'Opnieuw starten' en druk het voetpedaal in wanneer u klaar bent of
trek het behandelinstrument terug en verwijder het als de behandeling
voltooid is.
Trek de schuiven terug en stel de tip in op 0° om het instrument te
verwijderen als alle behandelingen zijn voltooid. Als een andere ablatie
gewenst is, verplaats dan de SMART Control of stel de tip in op 0° om te
beginnen met richten.
Hoofdstuk 7: Oplossen van problemen
114

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sonata2-220

Inhoudsopgave