Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rf Voltooiing; Het Instrument Tijdens De Rf-Ablatie Stabiel Houden; Uittreden Van Vluchtige Stoffen Tijdens Rf-Ablatie; Hyperechogene Gebieden Buiten De Thermische Veiligheidsgrens - Gynesonics SONATA2-110 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

4.10.3 RF voltooiing

De RF-generator schakelt automatisch uit wanneer de RF-ablatie voltooid is.
Om de RF-ablatie op enig moment te stoppen, drukt u op het voetpedaal of drukt u op de RF-
generator op de knop RF AAN/UIT; zie Afbeelding 4-29.
Probeer NIET om het instrument te verwijderen wanneer de RF-ablatie actief is; zie paragraaf 4.10.2.
NIET verwijderen terwijl de naaldelektroden of introducer ontplooid zijn; zie paragraaf 4.10.2.
NIET verwijderen voordat de scharnierende tip is teruggezet op 0°; zie paragraaf 4.10.2.

HET INSTRUMENT TIJDENS DE RF-ABLATIE STABIEL HOUDEN

Houd het Sonata-behandelinstrument stabiel tijdens de ablatie. Beweging tijdens de RF-ablatie
zou de plaats van de ablatie ten opzichte van het beoogde weefsel kunnen veranderen. Als de
positie van de thermische veiligheidsgrens binnen de marge van de tunica serosa uteri gewijzigd is
vanwege mogelijke beweging of een andere factor, dient de gebruiker de RF-ablatie te stoppen.

UITTREDEN VAN VLUCHTIGE STOFFEN TIJDENS RF-ABLATIE

Tijdens de RF-ablatie kan de beeldvorming worden gemaskeerd door het uittreden van vluchtige
stoffen uit het verwarmde weefsel. Er mag tijdens de RF-ablatie GEEN beweging plaatsvinden
tussen het instrument en het weefsel.

HYPERECHOGENE GEBIEDEN BUITEN DE THERMISCHE VEILIGHEIDSGRENS

Een hyperechogeen gebied in het intra-uteriene echobeeld kan duiden op een gebied waarin RF-
ablatie plaatsvindt. Als er een hyperechogeen gebied buiten de thermische veiligheidsgrens wordt
waargenomen, moet de RF-ablatie worden gestaakt.
4.10.4 Vroegtijdige beëindiging RF en de behandeling opnieuw starten
Als een ablatie om enige reden beëindigd of gestopt moet worden, geeft het systeem de gebruiker de keuze
om de ablatie 'opnieuw te starten', om het instrument te verwijderen en verder te gaan met een ander
myoom, of om de procedure af te ronden door de naaldelektroden en de introducer terug te trekken.
Bevestigen om 'opnieuw te starten' mag ALLEEN worden geselecteerd als de gebruiker het
instrument helemaal NIET ten opzichte van de anatomie heeft verplaatst.
Een veiligheidsrotatie moet worden uitgevoerd voordat de ablatie opnieuw wordt gestart.
Door opnieuw te starten, wordt een nieuwe ablatie met volledige ablatieduur ingezet op basis van de
geplande ablatiegrootte.
Wanneer op dezelfde locatie opnieuw ablaties worden gestart, blijft u de SMART Guide op dezelfde manier
gebruiken als wanneer u onbehandeld weefsel ablateert. De afmetingen van de thermische veiligheidsgrens
zijn van toepassing, zelfs als de ablatie op dezelfde locatie is.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Hoofdstuk 4: Sonata-procedure voor transcervicale ablatie van myomen
WAARSCHUWINGEN
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sonata2-220

Inhoudsopgave