BE RICH T
RF-ablatie onderbroken.
{0:00} resterend. Druk op knop
'Bevestigen' om opnieuw te starten.
(010)
RF-ablatie onderbroken.
Verplaatsing van instrument vereist.
{0:00} resterend. Druk op knop
'Bevestigen' om opnieuw te starten.
(011)
Systeemfout waargenomen.
Start SMART Tablet opnieuw. (012)
RF-ablatie onderbroken.
{0:00} resterend. Druk op knop
'Bevestigen' om opnieuw te starten.
(018)
RF-ablatie onderbroken.
{0:00} resterend. Druk op knop
'Bevestigen' om opnieuw te starten.
(019)
Hoek van scharnierende tip
van IUUS-probe is veranderd.
Herstel de hoek. (024)
Storing in RFA-handstuk.
Vervang het RFA-handstuk. (026)
Systeemfout waargenomen.
Start SMART Tablet opnieuw. (030)
Systeem niet klaar. (031)
Systeem niet klaar.
Slechte elektrische verbinding. (046)
Storing in RFA-handstuk.
Vervang het RFA-handstuk. (050)
Storing in RFA-handstuk.
Vervang het RFA-handstuk. (052)
RF-ablatie onderbroken.
{0:00} resterend. Druk op knop
'Bevestigen' om opnieuw te starten.
(055)
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
H EL P E N TOE LICH TIN G
De RF-ablatie is onderbroken vanwege temperatuurwaarden. Klik op
'Opnieuw starten' om het opnieuw te proberen of trek het instrument terug
en vervang het.
De RF-ablatie is onderbroken vanwege temperatuurwaarden. Sommige
tippen van naaldelektroden zijn mogelijk niet in myoomweefsel
gepositioneerd. Als sommige tippen van naaldelektroden in de endometriale
holte zijn ontplooid, raakt vocht in de holte mogelijk niet verhit zoals bij
myoomweefsel het geval is. Trek de naaldelektroden en de introducer terug.
Richt ze opnieuw zodat de tippen van alle naaldelektroden zich in
myoomweefsel bevinden. Overweeg om kleinere ablaties uit te voeren.
Communicatie tussen RF-generator en SMART Tablet is onderbroken.
Controleer de aansluitingen van beide kabels tussen de apparaten en start
het SMART Tablet opnieuw.
Aansluiting van patiëntenplaten onderbroken. Controleer de aansluitingen
op de RF-generator en controleer of de patiëntenplaten volledig aan de
dijbenen van de patiënt kleven. Klik op 'Opnieuw starten' en druk het
voetpedaal in wanneer u klaar bent.
Aansluiting van patiëntenplaten onderbroken. Controleer de aansluitingen
op de RF-generator en controleer of de patiëntenplaten volledig aan de
dijbenen van de patiënt kleven. Klik op 'Opnieuw starten' en druk het
voetpedaal in wanneer u klaar bent.
De hoek van de scharnierende tip van de IUUS-probe is veranderd tijdens de
RF-ablatie. Zet de scharnierende tip weer in de hoek van de vorige instelling.
Als de positie van de SMART Guide ten opzichte van de marge van de tunica
serosa of de positie van de introducertip is veranderd, stop dan de RF-
ablatie, trek de naaldelektroden en de introducer terug en richt ze opnieuw.
Verwijder het behandelinstrument en vervang het RFA-handstuk.
Systeemfout waargenomen. Start het SMART Tablet opnieuw.
Controleer of het behandelinstrument volledig ontplooid is op de SMART
Guide en voer de veiligheidscontroles uit alvorens met RF-ablatie
te beginnen.
Controleer of de connectors van de patiëntenplaten goed op de RF-
generator zijn aangesloten, de patiëntenplaten volledig aan de dijbenen van
de patiënt kleven en de naaldelektroden in weefsel zijn ontplooid.
Kan de dieptesensor van de introducer niet waarnemen. Trek het
behandelinstrument terug en vervang het RFA-handstuk.
Kan de groottesensor in het RFA-handstuk niet waarnemen. Trek het
behandelinstrument terug en vervang het RFA-handstuk.
Aansluiting van patiëntenplaten onderbroken. Controleer de aansluitingen
op de RF-generator en controleer of de patiëntenplaten volledig aan de
dijbenen van de patiënt kleven. Klik op 'Opnieuw starten' en druk het
voetpedaal in wanneer u klaar bent.
Hoofdstuk 7: Oplossen van problemen
116