Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ablatiediepte En -Grootte Instellen - Gynesonics SONATA2-110 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

4.4.3

Ablatiediepte en -grootte instellen

Afbeelding 4-12. De SMART Control gebruiken om de ablatiediepte en -grootte aan te passen.
Om de ablatiezone (binnenste rode ellips) en thermische veiligheidsgrens (buitenste groene ellips)
weer te geven, duwt u de SMART Control naar voren; zie Afbeelding 4-12.
Gebruik de SMART Control om de grootte en diepte van de ablatiezone (binnenste rode ellips) in te stellen
over het myoom waarbij u de thermische veiligheidsgrens (buitenste groene ellips) binnen de marge van de
tunica serosa houdt.
Om de ablatiediepte aan te passen, beweegt u de SMART Control voorwaarts of achterwaarts.
Om de ablatiegrootte te wijzigen, beweegt u de SMART Control zijwaarts tot de ablatiezone (binnenste rode
ellips) de gewenste grootte heeft terwijl u de thermische veiligheidsgrens (buitenste groene ellips) in het
binnenste deel van de tunica serosa houdt. De richting van de zijwaartse beweging voor wijziging van de
grootte hangt af van de oriëntatie van het behandelinstrument. Als de SMART Control bijvoorbeeld omhoog
wijst, wordt de ablatiezone (binnenste rode ellips) groter wanneer u de SMART Control naar rechts beweegt.
Als de SMART Control omlaag wijst, wordt de ablatiezone (binnenste rode ellips) kleiner wanneer u de SMART
Control naar rechts beweegt.
i. De minimumafmeting is 20 x 13 mm.
ii. De maximumafmeting is 49 x 42 mm.
De grootte van de thermische veiligheidsgrens (buitenste groene ellips) wordt automatisch aangepast ten
opzichte van de ablatiezone (binnenste rode ellips).
De relatieve afstand van de markeringen voor de naaldelektrodetippen tot de oorsprong van de
naaldelektrode wordt ook bepaald aan de hand van de grootte van de ablatiezone. Hoe groter de ablatiezone
(binnenste rode ellips), des te groter de afstand tussen de markeringen voor de naaldelektrodetippen en de
oorsprong van de naaldelektrode.
Controleer de locatie van de marge van de tunica serosa. Om door te kunnen gaan, moet de marge van de
tunica serosa met zekerheid worden gevisualiseerd.
Houd de thermische veiligheidsgrens (buitenste groene ellips) altijd aan de binnenkant van de
rand van de tunica serosa uteri om de veiligheidsmarge in stand te houden. Door de fysische
eigenschappen van echografie kan de marge van de tunica serosa uteri een 'dikke' rand op het
echobeeld lijken te hebben. Om te voorkomen dat organen naast de tunica serosa uteri letsel
oplopen, mag de thermische veiligheidsgrens zich nooit uitstrekken voorbij het binnenste
gedeelte van de marge van de tunica serosa uteri, zoals afgebeeld in Afbeelding 4-13.
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Hoofdstuk 4: Sonata-procedure voor transcervicale ablatie van myomen
60

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sonata2-220

Inhoudsopgave