BEDIENINGSELEMENTEN
RF-GENERATOR
Automatische beëindiging
RF-afgifte—Gemeten
uitgangsvermogen
Realtimeroutine—Gemeten
impedantie tussen de
patiëntenplaten
Bewaking van de gemeten
impedantie tussen de
patiëntenplaten
Realtimebewaking van
RF-afgifte
Optimalisatie van echobeeld
tijdens RF-ablatie
Nauwkeurigheid van spanning
en stroom
Temperatuurnauwkeurigheid
thermokoppel
Tabel T-13. Specificaties RF-generator
S PE CIFI CATIES
R F- GE NER AT OR
Uitgangsvermogen
Ingangsvermogen
Stroomverbruik
Afmetingen
Gewicht
Classificatie voor elektrische
veiligheid
Omstandigheden voor
transport en opslag
Bedrijfsomstandigheden
Patiëntenplaat
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Als het gemeten uitgangsvermogen het ingestelde vermogen met 2 W of meer
overschrijdt dan wel langer dan 500 msec, schakelt de RF-generator automatisch uit.
Als de elektrische impedantie tussen de twee patiëntenplaten niet binnen
20 ohm van de gemeten waarde bij het begin van de therapeutische toediening
van RF-energie blijft, schakelt de RF-generator automatisch uit.
Realtimebewaking die, als de gemeten impedantie buiten het bereik van 10 tot
200 ohm ligt, de RF-generator automatisch uitschakelt.
De resterende retourstroom tussen de twee patiëntenplaten wordt in real time
bewaakt en de RF-generator wordt automatisch uitgeschakeld als het
onevenwicht de vooraf ingestelde limiet overschrijdt.
De RF-generator communiceert met het SMART Tablet om tijdens de RF-ablatie
in de 'Triggered Update Mode' (getriggerde bijwerkingsmodus) te werken en zo
de storing in het beeld tot een minimum te beperken. RF-afgifte wordt
automatisch onderbroken in combinatie met een getimede vastlegging van het
echobeeld om RF-interferentie met de beeldvorming te voorkomen. Deze
onderbreking is zeer kort en heeft geen invloed op het resultaat van de
RF-ablatie. De vernieuwsnelheid van het beeld blijft echter voldoende om
visualisatie van de tunica serosa tijdens de ablatie mogelijk te maken.
Geverifieerd tot binnen 10% door middel van een test van een
referentieweerstand van 100 ohm. Verificatie wordt uitgevoerd tijdens de
zelftest bij opstarten en na elk bedrijfsuur.
De controller leest het koude-lascompensatiesignaal en past dit toe op de
metingen van de thermokoppels (TC's) om de TC-metingen nauwkeurig te
houden ondanks veranderingen in de omgevingstemperatuur.
Hardwarelimiet van maximaal 250 W, softwarelimiet van maximaal 150 W,
geoptimaliseerd voor 50 Ω; max. 280 Vpiek, 15–500 Ω, 460 kHz
100–240 V~; 50–60 Hz
720 VA
32 cm B x 15 cm H x 42 cm D
(12,5 inch B x 5,7 inch H x 16,5 inch D)
10,5 kg (23 lb)
Klasse I (geaard), geschikt voor continubedrijf
-20 °C tot 45 °C
10% tot 90% relatief, niet-condenserend
10 °C tot 35 °C
30% tot 75% relatief, niet-condenserend
De patiëntenplaat is bij hoge frequenties van de aarde geïsoleerd
Aanhangsel B: Technische handleiding
SPECIFICATIE
S PE CIFI CATIE
149