6.5.2
Afzonderlijke echografieparameters
Afbeelding 6-5.
Venster 'Bedieningselementen voor echografie' voor afzonderlijke echografieparameters voor aanpassing van
het echobeeld.
ITEM
Diepte
Frequentie
Omhoog/Omlaag
REF-009 LS 03818-009NL rev. A, januari 2021
Verandert de diepte van het weergegeven beeld. De diepte moet zo worden ingesteld
dat de tunica serosa tijdens de RF-ablatie altijd zichtbaar is.
•
De schaal aan de rechterkant van het scherm geeft centimeters aan.
•
Om de diepte te veranderen, kiest u het vervolgkeuzemenu en selecteert u de
juiste diepte voor de anatomie die u wilt visualiseren.
•
De diepte wordt in de rechterbovenhoek weergegeven in het veld 'Echografische
gegevens'; zie Afbeelding 6-5.
Verandert de ultrasone frequentie die wordt gebruikt om de beeldopname te maken.
•
Hogere MHz produceert beelden met een hogere resolutie, maar met
minder penetratie.
•
Lagere MHz levert meer penetratie op, maar produceert beelden met een
lagere resolutie.
•
Om de frequentie te veranderen, kiest u het vervolgkeuzemenu en selecteert u de
juiste frequentie voor de anatomie die u wilt visualiseren.
•
De frequentie wordt weergegeven in het veld voor echografische gegevens; zie
Afbeelding 6-5.
Keert het beeld verticaal om.
•
Kies 'Omhoog/Omlaag' om het beeld om te keren.
•
De verandering wordt doorgevoerd in alle drie (3) voorinstellingen en alle probes
voor echografie. De verandering wordt automatisch opgeslagen en blijft actief tot
hij wordt veranderd.
Hoofdstuk 6: Softwarefuncties
BE SC HRIJV IN G
Frequentie
98