78
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig met het gebruik van de
stoelverwarming bij inzittenden, omdat het
voor hun te warm kan aanvoelen of brand-
wondjes kan veroorzaken. Wees extra voor-
zichtig bij:
D
Baby's, kleine kinderen, oudere personen,
zieken en gehandicapten
D
Personen met een gevoelige huid
D
Personen die oververmoeid zijn
D
Personen die alcohol hebben gedronken
of personen die rustgevende medicijnen
(slaapmiddel, middel tegen verkoudheid,
enz.) gebruiken
Gebruik de stoelverwarming niet als er een
deken, kussen of een ander isolerend voor-
werp op de zitting van de stoel ligt, om over-
verhitting van de stoel te voorkomen.
OPMERKING
z Plaats geen ongelijkmatig verdeeld ge-
wicht op de stoel en leg geen scherpe
voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op
de stoel.
z Gebruik geen organische middelen (ver-
dunner, wasbenzine, alcohol, benzine,
enz.) om de stoel te reinigen. Deze kunnen
de stoelverwarming en de stoel beschadi-
gen.
z Gebruik de verwarming alleen als de mo-
tor draait, om te voorkomen dat de accu
wordt ontladen.
Veiligheidsgordels—
—Voorzorgsmaatregelen
Toyota adviseert de bestuurder en de passa-
giers van de auto de veiligheidsgordels altijd op
de juiste manier te dragen. Als de gordels niet
worden gedragen, wordt de kans op letsel bij
een ongeluk groter en kan het letsel ernstiger
zijn dan wanneer de gordels wel worden gedra-
gen.
De veiligheidsgordels in de auto zijn ontworpen
voor volwassenen.
Kinderen. Gebruik een passend baby-- of kin-
derzitje of zitkussen totdat het kind groot ge-
noeg is voor de standaard gemonteerde veilig-
heidsgordels. Toyota raadt aan om een zitje te
kiezen met het keurmerk "ECE nr. 44". Zie
"Veiligheidssystemen voor kinderen" op bladzij-
de 116 in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Kinderen die te groot zijn voor een baby-- of
kinderzitje, dienen achterin plaats te nemen en
gebruik te maken van de standaard gemonteer-
de veiligheidsgordels. In ongevallenstatistieken
is aangetoond dat kinderen minder verwondin-
gen oplopen als zij achterin zitten.
Als een kind op de voorstoel moet zitten, let er
dan op dat de gordel goed wordt omgedaan.
Als de gordels niet goed zijn omgedaan, kan
het kind bij een ongeval door de kracht van de
in werking tredende airbag ernstig letsel oplo-
pen.
Laat kinderen niet staan of op hun knieën zitten
op de zitting van de voorstoel of de achter-
bank. Als een kind geen gordel draagt, kan het
bij hard remmen of een ongeval ernstig letsel
oplopen. Neem kinderen ook nooit mee op uw
schoot. Wanneer u een kind in uw armen vast-
houdt, biedt dat niet voldoende bescherming.
Zwangere vrouwen. Toyota adviseert het ge-
bruik van een veiligheidsgordel. Overleg even-
tueel met uw huisarts. De heupgordel dient
strak en zo laag mogelijk over het bekken ge-
dragen te worden, nooit over buik of middel.
Gehandicapten. Toyota adviseert het gebruik
van een veiligheidsgordel. Maar raadpleeg,
afhankelijk van de handicap, eerst uw arts.