Download Print deze pagina

Toyota RAV4 2009 Instructieboekje pagina 101

Advertenties

90
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
D
Schakel de passagiersairbag alleen uit als
een baby- - of kinderzitje tegen de rijrich-
ting in op de voorstoel is geplaatst.
D
Als de passagiersairbag is uitgeschakeld,
zal in het geval van een aanrijding de
passagiersairbag niet werken. Door het
uitschakelen van de passagiersairbag
neemt de bescherming voor de inzitten-
den af en neemt bij bepaalde soorten on-
gelukken de kans op ernstig letsel toe.
De airbags vóór zijn zo ontworpen dat ze
geactiveerd worden bij een zware (gewoon-
lijk frontale) aanrijding waarvan de grootte
en duur van de voorwaartse deceleratie een
bepaalde drempelwaarde overschrijdt.
De airbags vóór worden pas geactiveerd als
bovenstaande drempelwaarde wordt over-
schreden. Deze drempelwaarde is te vergelij-
ken met een frontale aanrijding met een snel-
heid van 25 km/h tegen een voorwerp dat niet
kan bewegen of vervormen.
De drempelsnelheid kan echter veel hoger lig-
gen als iets dat kan bewegen en/of vervormen
(geparkeerde auto, lantaarnpaal) wordt geraakt
of als u betrokken raakt bij een ongeval waarbij
de voorzijde van de auto onder een vrachtwa-
gen, enz. terechtkomt.
In bepaalde gevallen, bij aanrijdingen waarbij
de deceleratie in voorwaartse richting dicht bij
de drempelwaarde ligt, kan het gebeuren dat
de airbags vóór en de gordelspanners niet ge-
lijktijdig worden geactiveerd.
Draag uw veiligheidsgordel altijd op de juiste
manier.
Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij
De airbags vóór zijn in principe niet ontwor-
pen om in werking te treden bij een aanrij-
ding van opzij of van achteren, bij over de
kop slaan of bij een frontale aanrijding met
lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding
voldoende voorwaartse deceleratie veroor-
zaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.
Over de kop
slaan

Advertenties

loading