WAARSCHUWING
D
De hoofdsteun is goed afgesteld als de
bovenzijde hiervan gelijkligt met de bo-
venzijde van uw oren.
D
Gebruik altijd de bij de stoel behorende
hoofdsteun.
D
Controleer na het verstellen of de hoofd-
steun goed in de nieuwe stand is vergren-
deld.
D
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Stoelverwarming
Druk op de schakelaar om de stoelverwar-
ming in te schakelen. Druk op schakelaar L
voor de linker voorstoel en op schakelaar R
voor de rechter voorstoel. Op dat moment
gaat het controlelampje branden om aan te
geven dat de stoelverwarming ingeschakeld
is.
Druk opnieuw op de schakelaar om de
stoelverwarming uit te schakelen.
Auto's zonder Smart Key--systeem: Het contact
moet AAN staan om de stoelverwarming te
kunnen bedienen.
Auto's met Smart Key--systeem: De startknop
moet AAN staan om de stoelverwarming te
kunnen bedienen.
77