326
VENTILATIE/VERWARMING/AIRCONDITIONING
—Keuze luchtcirculatie
—Bedieningstips
D
Nadat de auto in de zon heeft gestaan, is
het aan te bevelen eerst een paar minuten
met open ruiten te rijden om snelle ventila-
tie te verkrijgen. Sluit daarna de ruiten om
de warmte buiten te houden. Een effectieve
koeling kan alleen bereikt worden met ge-
sloten ramen.
D
Zorg ervoor dat de inlaatopeningen vlak
voor de voorruit niet zijn bedekt door blade-
ren, sneeuw en dergelijke.
D
Houd de ruimte onder de voorstoelen vrij,
zodat de lucht vrij door de auto kan circule-
ren.
D
Schakel, als het koud is, de aanjager even
in de hoogste stand om zo de inlaatopenin-
gen vrij te maken van sneeuw of vocht.
Hierdoor kan het beslaan van de ruiten ver-
minderd worden.
D
Houd bij het rijden op stoffige wegen alle
ruiten gesloten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, laat
dan de toets voor de luchttoevoer in de
stand Buitenlucht staan en schakel de aan-
jager in.
D
Zet de luchttoevoertoets in de stand voor
circulatie van de binnenlucht als u een an-
dere auto volgt op een stoffige weg. Op de-
ze wijze komt er geen stof in het interieur.
Zet zodra het mogelijk is de luchttoevoer-
toets weer in de stand BUITENLUCHT.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de voorruit beslaat,
dient u bij zeer vochtig weer de toets voor-
ruitontwaseming niet samen met de air-
conditioning te selecteren. Het verschil in
temperatuur tussen de buitenlucht en de
voorruit kan ertoe leiden dat de voorruit aan
de buitenzijde beslaat, waardoor uw zicht
gehinderd kan worden.