230
CONTACTSLOT, TRANSMISSIE EN PARKEERREM
Het schakelpatroon is zoals hierboven is
aangegeven. Om stand R (achteruit) in te
schakelen, moet u de ring op de versnel-
lingspook omhoog trekken.
WAARSCHUWING
De pookknop kan extreem warm worden als
de auto in de volle zon staat.
Trap het koppelingspedaal bij het schakelen
helemaal in en laat het langzaam opkomen.
Laat uw voet onder het rijden niet op het kop-
pelingspedaal rusten omdat een dergelijke ge-
woonte onnodige slijtage van de koppeling tot
gevolg heeft. Gebruik de koppeling niet om de
auto op een helling stil te laten staan. Gebruik
in zo'n geval de parkeerrem.
Als u te vroeg in een hogere versnelling scha-
kelt of te laat terugschakelt, gaat de motor bok-
ken en mogelijk pingelen. Regelmatig in elke
versnelling tot het maximum toerental doortrek-
ken alvorens over te schakelen, zal de motor
abnormaal doen slijten en het brandstofver-
bruik belangrijk verhogen.
OPMERKING
Alleen benzinemotor: Om schade aan de
transmissie te voorkomen is het van belang
om de volgende instructies op te volgen:
z Zet de versnellingspook niet in stand R
zonder eerst het koppelingspedaal in te
trappen.
z Trek de ring onder de pookknop alleen
omhoog om de versnellingspook in de
achteruit te zetten.
z Zet de versnellingspook alleen in de ach-
teruit als de auto stilstaat.